Laterale push-ups

Introductie

De laterale push-ups zijn de meest effectieve training voor het trainen van de externe en interne schuine stand buikspieren (M. obliquus externus abdominis), maar worden vaak overschaduwd door training van het rechte stuk buikspieren. Vergelijkbaar met de Abdominal Crunch en Omgekeerde crunch, er is geen uitrusting nodig voor een optimale training. Vooral voor sporten waarbij het bovenlichaam moet worden gedraaid, wordt aanbevolen om de externe en interne schuine stand te trainen buikspieren.

Welke spieren worden getraind met de laterale push-ups?

De getrainde spieren zijn:

  • De externe schuine buikspier (M. obliquus externus abdominis) en
  • De binnenste schuine buikspier (M. obliquus internus abdominis)

Het doel van laterale push-ups

Door de laterale push-ups te integreren in de reguliere opleidingsplanMet name de laterale buikspieren worden sterker, waardoor de romp een meer gedefinieerde uitstraling krijgt en de taille vorm krijgt. Bovendien maken de laterale buikspieren deel uit van een groot, verweven netwerk van spieren dat de romp stabiliseert. Deze stabilisatie is belangrijk om ervoor te zorgen dat de wervelkolom rechtop en gezond blijft.

Als je specifiek de wervelkolom wilt trainen, bezoek dan ook ons ​​artikel: De meest effectieve spinale training. De atleet ligt in laterale positie op de grond. De ondersteunende oppervlakken van het lichaam zijn a onderarm en de voeten, die op elkaar liggen.

De onderarm vormt een rechte hoek met de rest van het lichaam. Het lichaam vormt een rechte lijn, waarvoor in het hele lichaam spanning moet worden opgebouwd. De atleet tilt nu de billen op vanuit deze positie en brengt ze vervolgens langzaam terug naar de startpositie. De hele beweging moet langzaam en gecontroleerd worden uitgevoerd. Als deze beweging te moeilijk voor je is, kun je de knieën kiezen in plaats van de voeten.

Variaties van de laterale push-ups

Zoals hierboven al beschreven, kunnen deze spieren op een laterale trainer getraind worden als een aanvullen, maar er moet voor worden gezorgd dat de beweging langzaam en gecontroleerd wordt uitgevoerd. Minder ervaren atleten kunnen hun knieën op de grond ondersteunen om de hefboomarm en daarmee de intensiteit te verminderen. Er moet altijd een rechte, stabiele houding worden gehandhaafd.