Pleister voor scafoïdfractuur | Scafoïdfractuur - Scafoïdfractuur

Pleister voor scafoïdfractuur

Chirurgische behandeling is niet altijd nodig bij een schippersbotje breuk. Indien mogelijk probeert men een operatie te vermijden. Dit kan zonder aarzelen worden geprobeerd, meestal met breuken die vrij vers, stabiel en niet verplaatst zijn.

De klassieke variant van conservatieve therapie is de toepassing van een gips of plastic verband en de resulterende immobilisatie van de onderarm en pols. In de meeste gevallen is dit gips strekt zich uit over het geheel onderarm en omvat ook de duim. De pols, duim zadelgewricht en het duimbasisgewricht worden zo geïmmobiliseerd zodat ze niet kunnen bewegen en het bot weer kan genezen zonder het risico dat bepaalde stukken wegglijden en de pols scheef teruggroeien.

Echter, het duimuiteinde gewricht en zo vinger gewrichten worden vrijgelaten zodat ze normaal mobiel blijven. Zelden wordt een gipsverband aangebracht dat verder reikt dan de elleboog, maar dit is een procedure die onder artsen controversieel is. Hoe lang het gips moet worden gedragen, is afhankelijk van de omvang van de blessure. Gemiddeld wordt aangenomen dat het voldoende is om de pols ongeveer 12 weken te laten rusten.

Wanneer het gipsverband wordt verwijderd, moet de patiënt zich hiervan bewust zijn het scafoïd breuk idealiter volledig is genezen, is de hand nog steeds niet volledig functioneel omdat deze al enkele weken helemaal niet is bewogen. Om deze reden moet de toename van mobiliteit en kracht langzaam en stap voor stap plaatsvinden. Ter ondersteuning van dit proces kunnen warme handbaden worden gebruikt, waarin de hand zonder grote belasting alle kanten op kan worden bewogen.

Vaak is het aan te raden om fysiotherapie te doen onder begeleiding van een arts of fysiotherapeut. Als pijn treedt op tijdens bepaalde bewegingen, dit dient te worden geïnterpreteerd als een ernstig waarschuwingssignaal van het lichaam, waardoor het waarschijnlijk te vroeg is voor deze beweging. Naast de gips cast, verschillende pijnstillers uit de antireumatische groep (niet-steroïde antireumatische geneesmiddelen, NSAID's) zoals Voltaren of Ibuprofen kunnen worden gebruikt. Dit mag echter ook alleen in overleg met een arts gebeuren.