Duimzadelverbinding

Synoniem

Articulatio carpometacarpalis (lat.), Carpometacarpaal gewricht

Definitie duimzadelgewricht

Het duimzadelgewricht bevindt zich in het gebied van de pols, het is grotendeels verantwoordelijk voor de flexibele mobiliteit van de duim en als een van de meest gestreste gewrichten wordt vaak beïnvloed door degeneratieve processen.

Structuur

Het duimzadelgewricht wordt gevormd door het grote vierhoekige bot (Os trapezium), dat behoort tot de carpale botten, en door de basis van het eerste metacarpale bot (Os metacarpale I). Het gewricht bevindt zich dus niet waar de duim van buitenaf lijkt te beginnen, maar verder naar beneden, namelijk in het gebied van de pols. De reden voor de naam is de zadelachtige vorm van het Os-trapezium in het gebied van het gewricht. Het kapsel rond het duimzadelgewricht is relatief slap, terwijl ligamenten ervoor zorgen dat bewegingen veilig worden geleid. Toch wordt het gewricht veel minder belast door ligamenten dan de gewrichten tussen de carpale en metacarpale botten van de andere vingers, wat het grote bewegingsbereik verklaart.

Functie van het duimzadelgewricht

Het duimzadelgewricht is voornamelijk verantwoordelijk voor de uitgesproken mobiliteit van de menselijke duim. Dit is onder meer mogelijk door de vorm van de voegvlakken. Deze maken verschillende bewegingsniveaus mogelijk: flexie (flexie) en extensie (extensie), ontvoering (verspreiden) en adductie (naderende) en roterende bewegingen.

Een essentiële beweging voor mensen is de oppositie van de duim. Dit beschrijft de beweging die wordt uitgevoerd wanneer de duim de vingertoppen van de andere vingers van dezelfde hand raakt. Deze beweging vindt ook plaats in het duimzadelgewricht, het is een combinatie van meerdere van de bovengenoemde bewegingen. De weerstand is essentieel voor het fijne motorische grijpen, bijvoorbeeld in de vorm van de pincetgreep.

Klinische betekenis

Het duimzadelgewricht wordt blootgesteld aan verschillende spanningen en spanningen en is daarom vaak de plaats van degeneratieve (aan slijtage gerelateerde) veranderingen. De artrose van het duimzadelgewricht, de zogenaamde duimzadelgewrichtartrose (rhizartrose), is een wijdverbreid klinisch beeld dat leidt tot pijnzwelling en beperkte beweging in de duim.

Pijn in het duimzadelgewricht

Pijn in het gebied van het duimzadelgewricht kan erg onaangenaam zijn, aangezien bijna elke beweging van de hand ook gepaard gaat met beweging in het duimzadelgewricht. Daarom wordt elke beweging als pijnlijk ervaren. De pijn kan een ander karakter hebben.

Ze kunnen saai en saai zijn of licht en stekend. Onder bepaalde omstandigheden strekt de pijn zich uit van de duim tot de onderarm. Het kan zich echter ook manifesteren als pijn op punten of drukpijn op gewrichtsniveau.

In het begin treedt de pijn meestal alleen op tijdens beweging, maar als de pijn wordt veroorzaakt door een progressieve ziekte, doet het duimzadelgewricht vaak pijn in rust. Het is niet ongebruikelijk dat de pijnlijke bewegingsbeperking gepaard gaat met andere symptomen, zoals zwelling, roodheid of oververhitting in het gewrichtsgebied. Alledaagse bewegingen worden door deze klachten vaak significant belemmerd, aangezien de duim een ​​grote rol speelt bij alle grijpbewegingen van de hand.

Door het duimzadelgewricht kan de duim dicht bij de kleine worden gebracht vinger (oppositie). Deze beweging is bepalend voor het grijpvermogen van de mens. Pijn in het duimzadelgewricht interfereert daarom met alledaagse bewegingen, bijvoorbeeld bij het losschroeven of vastschroeven van een schroefdop, het vasthouden aan zware voorwerpen, het knijpen van een voorwerp met de hand (meestal een tuinschaar) of delicate taken (handmatig werk, piano spelen, kleine voorwerpen oppakken, enz.).

De pijn in het duimzadelgewricht gebied kan verschillende oorzaken hebben. Als artrose van het duimzadelgewricht is de oorzaak, de pijn wordt veroorzaakt door slijtage van de kraakbeenachtige gewrichtsoppervlakken. De aangrenzende botten bij elke beweging direct tegen elkaar wrijven en zo pijn veroorzaken. Na verloop van tijd kleiner kraakbeen en botfragmenten kunnen ook achteruitgaan en extra ongemak en ontsteking in het gewricht veroorzaken. Als het duimzadelgewricht niet artrotisch is veranderd, kan de oorzaak van de klachten ook liggen in een eerder trauma (bijv. Val), waarbij het gewricht is samengeknepen / samengedrukt of is gebroken.