Het scafoïd

De schippersbotje is de grootste van de carpale botten. Vooral als je op de pols schippersbotje wordt vaak beïnvloed. Door zijn speciale anatomische positie is de schippersbotje geneest bijzonder slecht na a breuk.

In het geval van een breuk die dwars door het bot loopt, wordt een deel van de scafoïd niet meer meegeleverd bloed. Het risico bestaat dat dit onderdeel afsterven. De scafoïd kan volledig worden geïmmobiliseerd met een gips gips. Hierdoor kan het bot weer samen groeien in de ideale positie.

Hoe ziet het gips eruit bij een scafoïdfractuur?

Het belangrijkste onderdeel van de cast voor een scafoïd breuk is dat de duim ook in het gips wordt geplaatst. Dit komt doordat het scafoïd met elke beweging van de duim wordt bewogen, of in ieder geval wordt belast. Daarom kan de fractuur alleen goed genezen als de duim geïmmobiliseerd is.

De duim wordt in een gespreide positie in het gips gelegd zodat er zo min mogelijk druk op het gebroken scafoïd wordt uitgeoefend. De pols is ook ingesloten in de cast. De scafoïd behoort tot de handwortel botten, dus er mag geen mobiliteit zijn in de pols wanneer geïmmobiliseerd.

Bovendien, de onderarm wordt meestal in een gips gegoten zodat er geen bewegingen op de pols kunnen worden overgedragen. Bij een geïsoleerde scaphoïdfractuur is een bovenarmgips meestal niet nodig. Als er echter andere structuren in de pols en onderarm ook door een val worden aangetast, moet soms een bovenarmgips worden aangebracht.

Dit is vooral nodig als er geen rotatie is toegestaan ​​in de pols en onderarm. De typische cast voor een scafoïdfractuur is de onderarm cast. Het immobiliseert het scafoïd en de omliggende carpaal botten volledig.

Daarnaast wordt de beweeglijkheid in de onderarm verminderd, waardoor minder trillingen de pols bereiken. Het is ook belangrijk om gips de duim ook. Wanneer de duim wordt bewogen, veroorzaakt deze trillingen, vooral in het scafoïd, en kan zo de genezing van de scafoïdfractuur vertragen of verhinderen. De duim is gepleisterd in een geabduceerde (uitstekende) positie, aangezien dit de minste druk op het scafoïd is.