Effecten
glucocorticoïden (ATC R03BA02) hebben ontstekingsremmende, anti-allergische en immunosuppressieve eigenschappen. De effecten zijn gebaseerd op binding aan intracellulaire receptoren, wat resulteert in een invloed op de eiwitexpressie. Daarnaast, glucocorticoïden oefenen ook extragenomische effecten uit. Alle middelen zijn lipofiel (vrijwel onoplosbaar in water) en dus cellen goed over de celmembraan.
Indicaties
Voor de behandeling van obstructieve aandoeningen van de luchtwegen:
- Bronchiaal astma - ingeademd glucocorticoïden behoren tot de eerste keus agenten.
- Chronische bronchitis, chronische obstructieve longziekte (COPD) - niet de standaardtherapie.
Dosering
Volgens de professionele informatie. De drugs moet regelmatig worden ingeademd en niet alleen wanneer dat nodig is. Inademing methoden omvatten gemeten-dosis inhalatoren, poeder inhalatoren, en solutions. Om het risico op mond zweren, wordt aanbevolen om vlak voor het eten in te ademen en de mond goed te spoelen water na elk gebruik en daarna het water uitspugen. Mond spoelen kan ook keelirritatie helpen voorkomen en mogelijk het risico op systemische effecten verminderen.
Actieve Ingrediënten
De volgende actieve ingrediënten zijn in veel landen goedgekeurd:
- Budesonide inademing (Bv Pulmicort, algemeen, Symbicort).
- Ciclesonide (Alvesco)
- fluticason (bijv. Axotide, Seretide)
- Beclometason (Qvar, Beclo Orion)
- Inhalatie van mometason (Asmanex)
- Triamcinolonacetonide (in veel landen niet in de handel verkrijgbaar voor deze indicatie).
Contra-indicaties
Ingeademde glucocorticoïden zijn gecontra-indiceerd bij overgevoeligheid, onbehandelde respiratoire of ooginfecties, en in sommige gevallen bij kinderen. Raadpleeg het medicijnetiket voor volledige voorzorgsmaatregelen.
Interacties
Sommige middelen zijn substraten van CYP450-isozymen, die glucocorticoïden in de lever en elders. Bijkomend administratie van CYP-remmers kan de systemische blootstelling verhogen en daarmee het risico op bijwerkingen.
Bijwerkingen
Het meest voorkomende potentieel bijwerkingen omvatten spruw door immunosuppressie, keelholteontsteking, hoofdpijn en heesheid. De drugs kan zeer zelden systemische glucocorticoïde bijwerkingen veroorzaken. Deze omvatten:
- Syndroom van Cushing, cushingoïde symptomen.
- Remming van de bijnierschorsfunctie.
- Groeiachterstand bij kinderen en adolescenten
- Afname van de botdichtheid
- Cataract, glaucoom
De hoeveelheden die in de circulatie zijn klein en lokale therapie wordt veel beter verdragen dan systemisch.