Epidemiologie van fluitende glandulaire koorts | Leidingen klierkoorts

Epidemiologie van fluitende glandulaire koorts

Wereldwijd is ongeveer 95% van de volwassenen besmet met EBV. De infectie treedt meestal op in jeugd en verloopt meestal zonder symptomen of als een milde ontsteking van de keelholteontsteking. Na de eerste infectie blijft levenslange immuniteit bestaan, die het lichaam beschermt tegen het virus.

Pfeiffer's klier koorts komt in 75% van de gevallen voor bij jongvolwassenen tussen 17 en 25 jaar, maar na de leeftijd van 40 is het uiterst zeldzaam. De overdracht vindt plaats door druppel infectie, meer bepaald door intensief contact met infectieuze orale speeksel, vooral bij het kussen ("kissing disease"), maar waarschijnlijk ook bij het drinken uit dezelfde fles. Eerst het weefsel van de mond, keel en speekselklieren wordt aangetast, waar het virus zich vermenigvuldigt en als gevolg daarvan wordt gekoloniseerd door een groep wit bloed cellen (B-lymfocyten). Sommige van deze geïnfecteerde B-lymfocyten worden niet opgevangen door de immuunsysteem en bereiken een latente toestand waarin ze dienen als een opslagplaats voor het virus en dus betrokken zijn bij de reactivering en nieuwe infecties van epitheelcellen.

Is fluitende klierkoorts besmettelijk?

Pfeiffer's klier koorts is een zeer besmettelijke ziekte. Het virus dat deze infectie veroorzaakt, is het Epstein-Barr virus. Dit virus kan op veel verschillende manieren worden overgedragen.

De meest voorkomende verzending is door mond-op mondcontact via speeksel. Dit is de reden waarom de ziekte in de volksmond bekend staat als de "kussende ziekte". De verspreiding ervan als een druppel-, contact- of uitstrijkje is echter ook denkbaar.

Geschat wordt dat tot de leeftijd van 30 jaar ongeveer 95% van de Europese bevolking drager is van dit virus. Velen van hen hebben nooit het duidelijke klinische beeld van de fluitende klier gehad koorts of de infectie werd verward met een banaal griep-achtige infectie. Echter, antilichamen tegen dit virus zijn al gevormd in hun bloed, zodat een hernieuwde infectie nogal onwaarschijnlijk is.

Ze hebben een levenslange immuniteit tegen dit virus. U loopt dus zelf geen risico op infectie, maar kunt - zonder dat u het merkt - weer besmettelijk worden als de in uw lichaam achtergebleven virusdeeltjes weer actief worden. Bijgevolg geldt dat voor zieke personen die symptomen van mononucleosis vertonen, zij besmettelijk zijn voor de duur van de ziekte. Hoewel het risico op infectie aanzienlijk afneemt naarmate de symptomen afnemen, kan het niet volledig worden uitgesloten.