Eetbuistoornis (boulimia nervosa): complicaties

De volgende zijn de belangrijkste ziekten of complicaties waaraan kan worden bijgedragen door boulimia nervosa (eetbuistoornis):

Ademhalingssysteem (J00-J99)

Endocriene, voedings- en stofwisselingsziekten (E00-E90).

Cardiovasculair systeem (I00-I99)

  • Hartritmestoornissen

Mondslokdarm (voedselpijp), maag en darmen (K00-K67; K90-K93).

  • Boerhaave-syndroom - spontane slokdarmperforatie (spontane breuk van alle wandlagen van de slokdarm); treedt op als gevolg van een plotselinge en ernstige intra-oesofageale drukverhoging, voornamelijk als gevolg van massaal braken
  • hypertrofie (vergroting) van de parotis (parotis) en submandibulaire klieren.
  • Maagruptuur - scheuren van de maagwand
  • Oesofagitis (ontsteking van de slokdarm)
  • Tandschade tot het punt van tandfalen

Psyche - zenuwstelsel (F00-F99; G00-G99)

  • Andere verslavende aandoeningen (alcohol of drugsmisbruik).
  • Angststoornissen
  • Anorexia nervosa (Anorexia)
  • Depressie
  • Impulscontrolestoornissen
  • Persoonlijkheidsstoornissen
  • Herhaling (herhaling) van boulimia nervosa
  • Obsessieve-compulsieve stoornis

Zwangerschap, bevalling en puerperium (O00-O99)

  • Hyperemesis gravidarum (extreme ochtendmisselijkheid) - extreem braken gedurende zwangerschap.

Symptomen en abnormale klinische en laboratoriumparameters, niet elders geclassificeerd (R00-R99).

  • Hypochloremie (chloride tekort).
  • Hypokaliëmie (kaliumgebrek)
  • Hyponatriëmie (natriumtekort)
  • Suïcidaliteit (risico op zelfmoord)
  • ondergewicht

Urogenitaal systeem (nieren, urinewegen - geslachtsorganen) (N00-N99)

  • amenorroe - geen menstruatiebloeding gedurende meer dan drie maanden (secundaire amenorroe).
  • Oligomenorroe (het interval tussen periodes is> 35 dagen en ≤ 90 dagen, dwz periodes komen te weinig voor)

Oorzaken (extern) van morbiditeit en mortaliteit (V01-Y84).

  • Auto-agressief gedrag

Verder

  • Sociale isolatie
  • Schuldenlast, als financieel gevolg van eetaanvallen.

Prognostische factoren

  • De frequentie van eetaanvallen hangt samen met de frequentie van somatische gevolgen.