Intestinale obstructie (Ileus): chirurgische therapie

Volgens studies kan chirurgische ingreep vijf dagen worden uitgesteld en vervangen door conservatieve maatregelen. Dit gaat echter ook gepaard met een verhoogd risico op morbiditeit en mortaliteit (risico op ziekte en overlijden):

  • Operatie binnen 24 uur na ziekenhuisopname: sterfte 1.8%; grote complicaties, 4%.
  • Interventie na vijf dagen of zelfs later: sterfte, 6.1%; belangrijke complicaties, 15.4

De zes risicofactoren volgens Schwenter * kunnen worden gebruikt als hulpmiddel bij de besluitvorming bij chirurgie:

  1. Buikpijn gedurende meer dan 4 dagen
  2. Peritonisme
  3. C-reactief proteïne> 7.5 mg / dl
  4. Leukocyten groter dan 10,500 µl
  5. Meer dan 500 ml gratis vloeistof
  6. Verminderde opname van contrastmiddel door de darmwand

* Aan elk aanwezig criterium wordt een punt toegewezen. Als drie of meer van de criteria positief zijn, met een gevoeligheid (percentage zieke patiënten bij wie de ziekte wordt gedetecteerd door het gebruik van de test, dwz er treedt een positief testresultaat op) van bijna 70% en een specificiteit (waarschijnlijkheid dat gezonde mensen die de betreffende ziekte niet hebben, worden ook als gezond gedetecteerd in de test) van meer dan 90%, er is een risico op wurging en dus de noodzaak van een operatie (bewijskracht 2 A)

Absolute OP-indicatie: volledige mechanische obstructie (occlusie) en volledige ileusziekte

Relatieve OP-indicatie: postoperatieve verklevingen bij meerdere eerdere operaties met onvolledige passageobstructie, gedeeltelijke obstructie bij bekende neoplasie (kanker)

Perioperatieve restrictieve vloeistofbehandeling is vereist voor patiënten met een buikoperatie! Dit gaat gepaard met een sneller herstel van de gastro-intestinale functie en een kortere ziekenhuisopname. Opmerking: meer dan 70% van de gevallen van obstructie van de dunne darm kunnen nu met succes conservatief worden behandeld. De belangrijkste factor hierbij is of de darm weer functioneert na plaatsing van een maagsonde.

Mechanische ileus

Twee vormen van ileus hebben een absolute indicatie voor chirurgie (onmiddellijke chirurgie):

  • Beknelde ileus (binnen een uur te opereren!).
  • Grote darmobstructie

1e bestelling

  • Adhesiolyse - het losmaken van de verklevingen.
  • Verwijdering van vreemde voorwerpen
  • Tumorresectie
  • Gedeeltelijke darmresectie, eventueel met het aanleggen van een stoma (anus praeternaturalis - kunstmatige darmuitgang).

In 64% van de gevallen is een puur laparoscopische procedure (laparoscopie) is mogelijk voor patiënten met een ileus in de dunne darm vanwege postoperatieve verklevingen. Dit resulteert in een significant lagere morbiditeit (incidentie van ziekte) en een kortere opnameduur. Bij jonge patiënten zonder risicofactoren bij anastomotische insufficiëntie (breuk of lekkage van de nieuwe verbinding van de darmuiteinden) is de voorkeursmethode de chirurgische procedure in één fase zonder stoma. Redenen om het aanmaken van een stoma te overwegen:

  • Oudere en eerder zieke patiënt
  • Onervaren chirurg
  • Verwijderd darmsegment vóór stenose
  • Risicofactoren voor anastomotische insufficiëntie.
  • Reeds bestaande incontinentie
  • Perforatie met buikvliesontsteking (ontsteking van de buikvlies).
  • Septisch ziektebeeld (bloedvergiftiging)

De peri-operatieve letaliteit (mortaliteit gerelateerd aan het totale aantal mensen met de ziekte) van een noodlaarotomie als gevolg van manifeste ileus is 5-15%.

Functionele ileus

1e bestelling

  • Elimineer de oorzaak van functionele ileus als deze het gevolg is van mechanische ileus.
  • Creëren van darmfistels als ultima ratio.

Peritoneale carcinomatose

Peritoneale carcinomatose (uitgebreide betrokkenheid van de buikvlies met kwaadaardige tumorcellen) leidt vaak tot ileussymptomen. EEN computertomografie (CT) scan van de buik (abdominale CT) moet worden uitgevoerd om de omvang van de tumor in te schatten en de oorzaak van de ileus (mechanische versus functionele ileus) op te helderen. uitgesloten en een mechanische ileus is onwaarschijnlijk, voorrang wordt gegeven aan het medicijn therapie, en indien nodig, interventionele therapie (stentplaatsing voor distale stenose) of chirurgische therapie.