Duur | Psychose

Duur

De duur van een psychose varieert sterk en is onder meer afhankelijk van de oorzaak. Daarnaast speelt het tijdstip van aanvang van de behandeling een belangrijke rol. Hoe sneller een medicamenteuze behandeling wordt gestart, hoe beter a psychose kan worden ingesloten. Psychosen kunnen een paar dagen aanhouden, maar onbehandeld kunnen ze enkele maanden of langer aanhouden.

Prognose

Patiënten die een psychose hebben voor het eerst in hun leven een relatief goede kans dat zo'n episode niet meer voorkomt. De prognose hangt echter grotendeels af van de oorzaak. Als het een door drugs veroorzaakte psychose is en zich voor het eerst heeft voorgedaan, kan het consequent vermijden van drugs leiden tot een volledig herstel.

Herhaaldelijk drugsgebruik bij patiënten die een door drugs veroorzaakte psychose hebben doorgemaakt, verhoogt het risico op herhaling van psychotische episodes aanzienlijk. Patiënten die hun eerste psychose hebben gehad in schizofrenie hebben een 1/3 kans op volledig herstel, terwijl het tweede derde van de patiënten een beloop heeft waarin perioden van symptoomloosheid worden afgewisseld met psychotische fasen. Bij ongeveer een derde van de patiënten treedt een chronisch beloop met blijvende klachten op. Bij chronische vormen worden naast de symptomen van psychose ook cognitieve stoornissen, concentratiestoornissen, emoties en drijfveren toegevoegd. In ernstige gevallen kan dit een vervroegde uittreding noodzakelijk maken.

Differentiatie van het klinische beeld

Medicamenteuze psychose wordt in technisch jargon door drugs of door middelen geïnduceerde psychose genoemd. Het is een psychotische episode die wordt veroorzaakt door het gebruik van een of meer psychotrope stoffen. Voorbeelden van mogelijke psychogene stoffen zijn alcohol, cannabis, amfetaminen, cocaïne, LSD of crystal meth (metamfetaminen).

Er zijn mensen die vatbaarder (kwetsbaarder) zijn voor het ontwikkelen van psychose dan anderen. Vooral bij deze mensen kan het gebruik van medicijnen een psychose veroorzaken. Medicamenteuze psychosen worden op dezelfde manier met medicijnen behandeld als andere soorten psychose.

Volledige onthouding is echter ook essentieel bij de behandeling van dergelijke psychosen. Dit kan in veel gevallen een herhaling van de psychose voorkomen, maar niet altijd. De symptomen van drug psychose zijn vergelijkbaar met die van andere vormen van psychose.

hallucinaties, wanen, angst, denkstoornissen, ego-stoornissen en concentratiestoornissen. Psychose is een term die tegenwoordig niet meer in deze vorm wordt gebruikt. In psychiatrisch jargon is het eerder een psychotische stoornis of een psychotische episode.

Een psychose beschrijft een voorwaarde waarin de getroffen persoon de werkelijkheid onvoldoende waarneemt. Hij of zij lijdt aan hallucinaties en waanideeën en kan niet langer echt van onecht onderscheiden. Zo'n psychose kan - zoals hierboven beschreven - tal van mogelijke oorzaken hebben.

Schizofrenieis op zijn beurt een van de mogelijke oorzaken van psychose. Schizofrenie is een geestesziekte waarvan de belangrijkste symptomen de psychotische stoornis met al zijn symptomen omvatten. Patiënten met een acute psychotische episode van schizofrenie lijden daarom aan waanvoorstellingen en hallucinaties.

Denkstoornissen en egostoornissen zijn ook typerend. Bovendien leidt schizofrenie vaak tot zogenaamde negatieve symptomen. Deze omvatten symptomen zoals verminderd affect, verlies van rijvaardigheid, verlies van sociale contacten en apathie.

De derde symptoompijler van schizofrenie zijn de cognitieve stoornissen. Het leidt vaak tot uitgesproken concentratie en geheugen aandoeningen. Psychose is daarom waarschijnlijker een symptoom (dat uit andere symptomen bestaat) dat verschillende oorzaken kan hebben, terwijl schizofrenie een ernstige aandoening is. geestesziekte dat gaat heel vaak gepaard met psychotische symptomen. Een psychotische stoornis heeft in wezen niets gemeen met een obsessief-compulsieve stoornis.

Deze twee stoornissen zijn twee verschillende entiteiten van psychische stoornissen. De obsessief-compulsieve stoornis gaat gepaard met dwanghandelingen en gedachten. De obsessieve gedachten dringen zich onbedoeld op aan de getroffen persoon en moeten steeds opnieuw worden overwogen.

In tegenstelling tot de psychose weet de getroffen persoon echter van de feitelijke absurditeit van deze gedachten, de verwijzing naar de werkelijkheid blijft behouden. Desalniettemin is een obsessief-compulsieve stoornis een buitengewoon kwellende ziekte die vaak moet worden behandeld. De term neurose in deze zin bestaat tegenwoordig niet meer in de psychiatrische geneeskunde.

Vroeger beschreef men hierbij een algemene psychologische gedragsstoornis die gepaard kon gaan met de meest uiteenlopende symptomen. De getroffen persoon kan deze gedragsstoornissen niet voldoende beheersen, maar is zich er wel van bewust. De relatie met de werkelijkheid is dus nog steeds aanwezig. Met de psychose heeft de getroffen persoon echter de verbinding met de realiteit verloren, hij kan geen onderscheid meer maken tussen waanvoorstellingen en realiteit. Psychose en neurose zijn daarom twee verschillende psychische stoornissen.