Diagnose van een Baker-cyste bij een kind | Baker-cyste bij een kind

Diagnose van een Baker-cyste bij een kind

De diagnose kan gesteld worden op basis van de palpatiebevindingen, de optredende symptomen en een ultrageluid examen. Deze relatief eenvoudige procedure is meestal voldoende voor kinderen. Vanaf een diameter van twee centimeter zijn de bevindingen van palpatie duidelijk.

Kleinere varianten kunnen ook worden gedetecteerd door ultrageluid, maar ook door magnetische resonantie beeldvorming (MRI). De ultrageluid geeft informatie over het volume en de verspreiding van de cyste. MRI wordt zelden gebruikt bij de diagnose van klassieke Baker's cyste.

In het geval van een pseudocyste geeft het aanvullende informatie over de onderliggende ziekte en tekenen van slijtage. Een MRI-onderzoek kan echter nuttig zijn om de cyste van een Baker te onderscheiden van een sarcoom. Als er een radiologische verdenking van sarcoom bestaat, wordt de diagnose bevestigd door middel van een weefselmonster. Een kwaadaardig voorval in de vorm van een tumor, hematomen, veneuze sacculatie en trombose moet worden uitgesloten door differentiële diagnose in alle gevallen.

Therapie van een Baker-cyste bij een kind

In veel gevallen verdwijnt de cyste van de bakker bij kinderen vanzelf en heeft deze geen verdere therapie nodig. Conservatieve maatregelen zijn onder meer het nemen van ontstekingsremmende medicijnen. Preparaten met cortisone zijn controversieel in hun toepassing.

Bijzonder grote cysten kunnen worden afgevoerd door middel van prik als er bestaande symptomen zijn. Dit kunnen bewegingsbeperkingen, verlamming of pijn. Om dit te doen, prikt de behandelende arts de zak onder steriele omstandigheden door en zuigt hij de daarin aanwezige vloeistof op.

Als alternatief is er de mogelijkheid van chirurgische verwijdering. De werking van een bakkerscyste bij kinderen wordt slechts in zeldzame gevallen overwogen. Na chirurgische visualisatie van de cyste, de verbinding tussen cyste en gezamenlijke capsule is verwijderd.

Het wordt vervolgens uitgesneden en de capsule wordt gehecht. Dit dient als een preventieve maatregel tegen de vorming van een nieuwe cyste. Na de operatie is het been is verhoogd en gekoeld.

A gips of spalk wordt ook gebruikt voor immobilisatie. Na drie dagen wordt de passieve mobilisatie gestart en na zeven dagen wordt de actieve beweging van de kniegewricht begint. De minimaal invasieve techniek wordt niet gebruikt bij kinderen. Na elke tiende operatie verschijnt de cyste opnieuw. Hoewel de oorzaken bij volwassenen zijn opgehelderd, is er nog steeds geen voldoende verklaring voor het opnieuw verschijnen van de Baker's cyste bij kinderen.

Voorspelling

Over het algemeen is de prognose van de cyste van Baker bij kinderen goed. Vaak verdwijnt het spontaan in jeugd en er kan een observatieprocedure worden gekozen. Prik als een therapeutische maatregel voor grote cysten is geen garantie voor het verdwijnen van de cyste. Een herhaling is te verwachten.

Profylaxe

Aangezien de Baker cyste is aangeboren bij kinderen, het kan niet causaal worden voorkomen.