Diagnose, symptomen en therapie van tibiale kopfracturen

Het scheenbeen hoofd breuk is een breuk van het scheenbeen in het bovenste deel, dwz nabij de knie. Typisch, zo'n breuk wordt veroorzaakt door een door een ongeval veroorzaakte krachtuitoefening op het scheenbeen zelf. Het exacte patroon van de breuk varieert afhankelijk van de omstandigheden van het ongeval.

Afhankelijk van het type breuk wordt het geheel dan behandeld met een gips cast of operatief. Zoals eerder vermeld, het scheenbeen hoofd breuk wordt meestal veroorzaakt door het uitoefenen van kracht. Dit kan worden veroorzaakt door directe mechanische krachten die op het scheenbeen werken of door op de benen te landen bij een val van grote hoogte.

Zoals bij alle botbreuken, kunnen interne oorzaken zoals osteoporose of bot tumor zijn ook denkbaar. In deze gevallen wordt de botsubstantie zo onstabiel en poreus dat zelfs bij minimale externe belasting een breuk kan optreden. Veel gebruikelijker is echter de traumatische oorzaak.

Typische voorbeelden zijn botsingen aan het dashboard bij een auto-ongeluk, maar ook directe botsingen. Landend op het uitgerekte been kan ook een scheenbeen veroorzaken hoofd breuk. Hiervoor zijn zelfs geen bijzonder hoge hoogtes nodig. Zelfs het springen van een paar treden of iets dergelijks kan een breuk veroorzaken als de landing ongunstig is.

Diagnose

De basis van de diagnose is een gedetailleerd onderzoek van de kniegewricht. Er moet speciale aandacht worden besteed aan de mate waarin de stabiliteit van de ligamenten en andere structuren wordt gehandhaafd of aangetast. Sinds sommige spieren en pezen ook vastzitten aan de kop van het scheenbeen, kan hun functie worden beïnvloed door een breuk of kan verdere belasting van de spieren de klachten verergeren.

Vervolgens telkens een tibiale hoofdfractuur wordt vermoed, een Röntgenstraal afbeelding is gemaakt in 2 vlakken. Omdat dit meestal alleen de aanwezigheid van een fractuur bevestigt, maar het letsel slechts globaal kan worden geschat, kan een aanvullende CT-scan nodig zijn. In het geval van een vermoedelijke ernstigere beschadiging van het zachte weefsel, kan een MRI ook nuttig zijn om mogelijke ligamentische verwondingen te beoordelen.

Beeldvorming kan ook worden gebruikt om de patiënt verder onder te verdelen in verschillende soorten fracturen. Afhankelijk van het patroon van het ongeval, kan het ook nodig zijn om de mogelijkheid van letsel uit te sluiten schepen in de omgeving van het letsel. Dit kan worden gedaan met behulp van een eenvoudig ultrageluidBijvoorbeeld.