Tandvulling met amalgaam

Introductie

Om te verwijderen cariës met succes en om de aangetaste tand daarna langdurig te kunnen verzorgen, wordt meestal een tandvulling gebruikt. Nadat de tandarts de cariës en het gat (holte) dat is ontstaan ​​door de behandeling van de cariës heeft gedraineerd, kan een van de verschillende vulmaterialen worden gebruikt. In de tandheelkunde wordt onderscheid gemaakt tussen harde en plastic materialen.

Kunststofvullingen worden in een vervormbare toestand, aangepast aan de specifieke, in de tand geplaatst tand structuur van de patiënt en pas daarna verhard. Stijve materialen moeten daarentegen eerst in het laboratorium worden gemaakt op basis van een afdruk. Zowel amalgaam als kunststofvullingen behoren tot de groep kunststofvullingen, terwijl zogenaamde inlays of onlays stijve vullingen zijn.

In het verleden werd amalgaam in de meeste gevallen gebruikt om een ​​tandvulling te maken, maar omdat tegenwoordig steeds meer nadruk wordt gelegd op onopvallende vulmaterialen, kiest de meerderheid van de patiënten voor een plastic vulling. Na de cariës volledig is verwijderd en de resulterende holte is gedraineerd, moet worden beoordeeld hoe diep de tand moest worden uitgeboord. Bij zeer diepe cariësdefecten wordt aanbevolen een zogenaamde ondervulling aan te brengen en zo de tandpulp en de daarin ingebedde zenuwvezels te beschermen.

Een medicijn met calcium Er wordt hydroxide gebruikt, dat enerzijds een kalmerend effect heeft op de zenuwvezels en anderzijds de vorming van nieuw dentine stimuleert. Een matrix wordt vervolgens om de te behandelen tand geplaatst en met kleine wiggen gefixeerd. De tandarts kan nu de natuurlijke tandvorm reproduceren met het vers gemengde amalgaam en het gat in de tand opvullen.

In tegenstelling tot plastic vullingen, een amalgaam vulling moet minstens vierentwintig uur uitharden voordat het gepolijst kan worden. Daarom zijn er twee sessies nodig om de vulling te voltooien.