Diagnose | Polyneuropathie

Diagnose

Om een ​​diagnose te stellen polyneuropathieneemt de behandelende huisarts of neuroloog eerst een uitgebreide anamnese. Daartoe stelt hij vragen over het soort symptomen, hun tijdelijke optreden en hun beloop. Hij is ook geïnteresseerd in eerdere ziekten (zoals suikerziekte mellitus), familiegeschiedenis of medicatie.

A fysiek onderzoek kan dan snel voorzien verdere informatie. Hiervoor test de arts gevoeligheid, temperatuur, pijn en trillingsgevoel. Hiervoor worden verschillende apparaten gebruikt, zoals een kleine stemvork.

Bovendien, de reflexen in het getroffen gebied worden onderzocht, die meestal verzwakt zijn polyneuropathie. Deze onderzoeken zijn voor patiënten volledig pijnloos. Als het vermoeden van een polyneuropathie wordt bevestigd, moeten verdere onderzoeken worden gestart om de diagnose te bevestigen.

Zo kan de zenuwgeleidingssnelheid (NLG) worden gemeten om het stadium van de ziekte te bepalen. Laboratoriumtests, neurale vloeistof prik, biopsieën en verdere neurologische onderzoeken worden dan gestart. Thioctinezuur wordt gegeven voor pijn en sensorische stoornissen, en het effect is vooral bewezen bij diabetische polyneuropathie.

Acetylsalicylzuur, b.v. aspirine en paracetamol kan worden gebruikt als pijnstillers, maar voor persistent pijn, carbamazepine, pregabaline, die beide eigenlijk medicijnen zijn epilepsie, en antidepressiva (thymoleptica) en zogenaamde 'zenuwonderdrukkers' (neuroleptica) moet gebruikt worden. Natuurlijk vereist de respectieve onderliggende ziekte speciale behandelingsmaatregelen. Ook belangrijk zijn fysiotherapeutische bewegingsoefeningen en ergotherapie-training.

Als de oorzaak een bekende schadelijke stof is, moet deze natuurlijk worden vermeden, zoals bijvoorbeeld bij overmatig alcoholgebruik. Polyneuropathieën zijn gewoonlijk langzaam progressief en verdwijnen gewoonlijk geleidelijk. Echter, restverschijnselen, vooral een verlies van reflexen, kan zelfs na jaren worden gedetecteerd.

De prognose hangt ook af van de oorzaak, zo zijn de symptomen en de vermindering van symptomen (remissie) bij alcoholische polyneuropathie afhankelijk van de dosis alcohol. Polyneuropathieën geassocieerd met ziekten zoals lepra ontwikkelen zich met hun onderliggende ziekte, maar kunnen therapeutisch worden beïnvloed. Met goed gecontroleerd suikerziekte mellitus en goed behandeld difterie, de symptomen verdwijnen geleidelijk (remissie), maar met acuut porfyriekomen vaker recidieven (recidief) voor.