Diagnose | Pijn in de middelvinger

Diagnose

De vermoedelijke diagnose is meestal gebaseerd op een interview (anamnese), symptomen en het ziektebeeld. Bij ongevallen waarbij het midden vinger gebroken was, is bijvoorbeeld het verloop van het ongeval belangrijk. Om erachter te komen waar het breuk is, hoe ernstig de breuk is en of andere structuren zoals ligamenten, pezen of spieren zijn geblesseerd, kunnen beeldvormende procedures zoals röntgenfoto's, CT of MRI helpen.

A bloed tellen is vaak nodig bij gewrichtsontsteking of jicht. Jichtresulteert bijvoorbeeld in een verhoogde urinezuurspiegel in de bloed. In het geval van reumatiek, antilichamen kan ook worden gedetecteerd naast een toename van ontstekingswaarden zoals CRP.

Dit omvat bijvoorbeeld de zogenaamde reumafactor - een autoantilichaam, dat ook verhoogd kan zijn bij gezonde mensen of tijdens een infectie. Betrouwbaarder is de meting van het anti-CCP-antilichaam in de bloed, wat wijst op reumatoïde artritis. in artritis en artroseRöntgenfoto's zijn belangrijk voor het beoordelen van het verloop en de slijtage van de gewrichten.

Behandeling van pijn in de middelvinger

De therapie van pijn in het midden vinger hangt af van de oorzaak. In het algemeen zwelling van de vinger moet worden gekoeld, ongeacht de oorzaak. Daarnaast zijn in bijna alle gevallen een korte of zelfs langdurige fysiotherapie en fysiotherapie nodig om genezing te bewerkstelligen (bijvoorbeeld na een breuk) of om late schade uit te stellen (bijvoorbeeld in reumatiek).

Als de middelvinger verstuikt of getrokken is, is meestal geen verdere behandeling nodig. De vinger moet echter worden beschermd. Bij een dislocatie wordt de middelvinger door lichte trek en / of druk zo snel mogelijk weer in de juiste positie gebracht.

Dit gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving. Vervolgens wordt de vinger in een spalk van plastic of gips. Immobilisatie van de middelvinger is ook nodig bij gescheurde ligamenten of benige tranen.

In sommige gevallen - vooral in gevallen van ernstige instabiliteit van de gewrichten of grotere tranen - chirurgische behandeling van de vinger is noodzakelijk. Dit gebeurt met behulp van draden of schroeven, die na genezing niet per se weer verwijderd hoeven te worden. Voor reumatiekworden verschillende medicijnen gebruikt.

Dit zijn enerzijds NSAR (niet-steroïde anti-reumatische geneesmiddelen) zoals Ibuprofen®. Anderzijds, glucocorticoïden worden gebruikt bij acute aanvallen om de ontsteking te beheersen en gewrichtsslijtage te voorkomen. Voor langdurige medicamenteuze therapie worden zogenaamde DMARD's gebruikt, zoals Methotrexaat.

De DMARD's bestrijden de autoantilichamen die gewrichtsdegeneratie veroorzaken en in het beste geval zorgen voor een tijdelijk of permanent herstel (remissie). Pijnstillers worden ook gebruikt voor artrose. In ernstige gevallen kan chirurgische therapie nodig zijn.

NSAID's en glucocorticoïden worden ook toegediend bij acute aanvallen van jicht. Over het algemeen moet in het geval van jicht gewichtsvermindering worden doorgevoerd. Bovendien moeten purine-bevattende voedingsmiddelen en alcohol worden vermeden. In het geval van symptomatische jicht, allopurinol, dat de vorming van urinezuur vermindert, moet worden toegediend.