Diagnose | Ontsteking gewricht

Diagnose

De diagnose gewrichtsontsteking begint met een anamnese, gevolgd door een fysiek onderzoek. De arts probeert door het stellen van specifieke vragen nauwkeurigere informatie te krijgen over het soort symptomen, de lokalisatie en de ernst, en de daaruit voortvloeiende beperkingen. Ook is het voor de arts belangrijk om te weten hoelang de klachten bestaan, wanneer en in welke context ze voor het eerst opdoken en hoe ze zich sindsdien hebben ontwikkeld.

Tijdens het fysiek onderzoek, de onderzoeker palpeert het gewricht en zoekt naar zwelling, pijn van druk en oververhitting. Ook zal hij de mobiliteit zorgvuldig testen. Daarna een röntgenstraal wordt vaak gebruikt om aanwijzingen te krijgen van mogelijke schade aan het gewricht.

special bloed tests kunnen een ontsteking van het gewricht bevestigen. Belangrijke waarden hierbij zijn de zogenaamde ontstekingsparameters. Deze omvatten het wit bloed cellen (leukocyten), het C-reactieve proteïne (CRP) en de bloedbezinkingssnelheid (BSG). In reumatoïde artritisworden vaak zogenaamde reumatoïde factoren aangetroffen en in jicht, verhoogde urinezuurspiegels in de bloed kunnen worden gedetecteerd.Als deze onderzoeken niet voldoende zijn voor een diagnose, een gewricht prik, dwz het verwijderen van vloeistof of weefselmateriaal uit het gewricht, of artroscopie kan nodig zijn. In ongeveer 20% van de gevallen kan ondanks speciale methoden geen ziekteverwekker worden gedetecteerd.

Therapie

Een ontsteking van het gewricht kan veel verschillende oorzaken hebben. De therapie hangt dus af van de oorzaak van de ontsteking. Over het algemeen verlichting van de symptomen van acute artritis kan al worden bereikt door het aangetaste gewricht te immobiliseren, op te tillen en te koelen.

Bovendien worden verschillende medicamenteuze, fysieke en chirurgische maatregelen gebruikt. Pijnstillers en ontstekingsremmende medicijnen vormen vaak de basis van medicamenteuze therapie. Deze omvatten bijvoorbeeld glucocorticoïden (cortisone) en de zogenaamde niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's).

Als de ontsteking van het gewricht wordt veroorzaakt door bacteriële kolonisatie, antibiotica worden gebruikt. In reumatoïde artritisworden speciale reumatische geneesmiddelen gebruikt, de zogenaamde basistherapieën of DMARD's (= Disease Modifying Antirheumatic Drugs). Deze omvatten Methotrexaat, een cytostatisch geneesmiddel, Rituximab, een monoklonaal antilichaam, en ciclospoprine A, een immunosuppressivum.

Met betrekking tot fysiotherapie zijn er verschillende opties. Het gewricht kan worden ontlast door een gewricht prik. Tijdens deze procedure wordt overtollig vocht uit het gewricht verwijderd, waardoor een gevoel van spanning, bewegingsbeperkingen en pijn.

De klachten kunnen zowel met koudetherapie als met bewegingsoefeningen en fysiotherapie worden verbeterd. Als bacteriële gewrichtsontsteking ondanks therapie langer dan zes tot negen maanden aanhoudt, kan chirurgisch herstel van het gewricht worden overwogen. Alvorens tot een chirurgische maatregel te besluiten, dient echter een second opinion van een deskundige te worden ingewonnen. In de loop van een operatie wordt dan ofwel een minimaal invasieve ofwel een open procedure uitgevoerd om het gewricht als het ware schoon te maken en de bacteriën worden zoveel mogelijk geëlimineerd.