Diagnose | Hypofyse tumor

Diagnose

De bovengenoemde hormonale veranderingen leiden in eerste instantie tot het vermoeden van a hypofyse tumor, die vervolgens moet worden bevestigd door beeldvormingsprocedures. Een Röntgenstraal en computertomografie (CT) detecteren alleen grotere tumoren, daarom is de voorkeursmethode MRI van de hersenen, waarin de hypofyse wordt duidelijk zichtbaar gemaakt door een contrastmiddel. Verder is het onderzoek naar hormoonspiegels in de bloed kan het bewijs leveren van een hypofyse tumor en maakt het ook mogelijk om onderscheid te maken tussen de verschillende typen.

Magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) is de voorkeursmethode voor het detecteren van een hypofyse tumor (adenoom). Het maakt differentiatie mogelijk tussen micro- en macroadenomen op basis van de grootte van de tumor. Het MRI-beeld van de hersenen toont meestal een typisch beeld van een hypofysetumor.

Door de onderdrukkende groei ontstaat een massa in het gebied van het zadel van het Turkse oog (sella turcica), die omliggende structuren samendrukt. Dit veroorzaakt bijvoorbeeld de optiek zenuwen om opgetild te worden, het Turkse zadel uit te zetten en groot schepen (intern halsslagader) lopend dichtbij om naar buiten te worden verplaatst. Door het toedienen van een contrastmiddel kan het tumorweefsel gemakkelijk worden onderscheiden van normaal hypofyseweefsel. De tumor verzamelt minder contrastmiddel dan het gezonde weefsel en lijkt daardoor donkerder.

Therapie

Meestal wordt een hypofysetumor operatief verwijderd. Er zijn twee mogelijkheden: Door de praktische ligging kan de tumor in de meeste gevallen via de neus- en neusbijholten. Alleen als de tumor erg groot is, doet de schedel moeten worden geopend en bediend.

Vaak is de tumor niet volledig te verwijderen, daarom is het belangrijk om na de operatie regelmatig controles uit te voeren in de vorm van een MRI of hormoonmetingen. Een uitzondering hierop is prolactinoom, dat bij ongeveer 95% van de patiënten goed te behandelen is met medicatie alleen. Alleen als er niet op de medicatie wordt gereageerd, wordt bij dit type operatie een operatie uitgevoerd. In zeldzame gevallen, bijvoorbeeld bij terugval (recidief) of bij tumoren die niet geopereerd kunnen worden, radiotherapie kan ook nuttig zijn.