Diagnose | Gescheurde band bij de pols

Diagnose

Zelfs voor een ervaren handchirurg is een gescheurde ligament op de pols kan moeilijk te diagnosticeren zijn. Na een röntgenstraal van de symptomen en een fysiek onderzoek is uitgevoerd, indien er een vermoeden bestaat van een pols letsel, een röntgenstraal moet in de normale positie worden genomen, gevolgd door een functioneel beeld van de pols. Dit laatste verwijst in bepaalde gevallen naar fluoroscopie pols posities die gebruikelijk zijn in het dagelijks leven. Eventueel een dynamiek Röntgenstraal onderzoek (röntgenfoto gemaakt tijdens het bewegen van de pols) of zelfs een magnetische resonantietomografie (MRI-hand) kan worden uitgevoerd.

Therapie

Een frisse gescheurde ligament op de pols kan conservatief (dwz niet-chirurgisch) of chirurgisch worden behandeld. Als het letsel echter al een lange tijd bestaat en artrose mogelijk al aanwezig is, is de enige behandelingsoptie een operatie. Als het gescheurde ligament van de pols is onlangs opgetreden en is ongecompliceerd (vooral zonder kantelen van de botten), kan de therapie worden uitgevoerd door zes weken immobilisatie.

De toepassing van een gips cast is hier bijzonder gebruikelijk. Voor controledoeleinden moeten met langere tussenpozen extra röntgenfoto's worden gemaakt. Pleisterwerk is een relatief nieuwe therapiemethode, die wordt gebruikt om lichte verwondingen aan het bewegingsapparaat te voorkomen en te behandelen.

Als er slechts een gedeeltelijke scheur van het ligament is, kan ook een gescheurd ligament om de pols worden afgeplakt. In dit geval moet er echter voor worden gezorgd dat de pols wordt beschermd. Overmatige belasting kan de genezing zonder complicaties ernstig in gevaar brengen.

Daarnaast kan taping ook enkele weken als ondersteuning worden gebruikt nadat een gescheurde ligament is genezen. Een licht gescheurd ligament, dwz een gedeeltelijke scheur van een ligament in de pols, wordt vaak geïmmobiliseerd met verband of een spalk, meestal gedurende vier tot zes weken. Lichte gewrichtsblessures kunnen daarom conservatief worden behandeld met een spalk.

Een gescheurde ligamentspalk is ook een belangrijk onderdeel van de postoperatieve behandeling behandeling van een gescheurd ligament in de pols. De spalk dient om het gewricht na de operatie te stabiliseren en zorgt ervoor dat het gewricht in de gewenste positie blijft. Een operatie kan nodig zijn in het geval van een gescheurde band van de pols als er een volledige scheur is, bijvoorbeeld in het geval van een ski duim, of als een ligament samen met een botfragment afscheurt.

Een operatie kan ook worden overwogen als de kans bestaat dat de pijn kan chronisch worden en de gewrichtsfunctie permanent beperken. Chirurgie wordt meestal gekozen als er een oud letsel of artrose is die al is opgetreden. In het geval van een nieuwe blessure, artroscopie van het gewricht (zie: artroscopie van de pols) kan nog steeds worden uitgevoerd als een röntgenfoto geen duidelijk resultaat geeft.

Als een sterk divergerende gewrichtsruimte wordt ontdekt, wordt het ligament meestal open gehecht via een incisie op de rug van de hand en de botten zijn tijdelijk met elkaar verbonden met draden. In het geval van een oud gescheurd ligament kan het ligament in sommige gevallen vanzelf weer aan elkaar zijn gegroeid, maar het kan te lang zijn. Dit kan gedeeltelijk worden gecorrigeerd met elektrochemische methoden.

In de meeste gevallen is echter een open reconstructie nodig, wat een veeleisende chirurgische ingreep is. Als artrose heeft al plaatsgevonden (zie: pols artrose), zijn ligamentreconstructies niet langer nuttig. In dit geval zijn er verschillende chirurgische behandelingsopties beschikbaar.

Een puur symptomatische vorm van behandeling is polsdenervatie, waarbij pijn vezels die uit de pols komen, worden doorgesneden. De gevoeligheid en motorische functie van de hand worden niet aangetast, maar tegelijkertijd worden de artrotisch veroorzaakte beperkingen van de polsbeweging niet verholpen. Een effectieve vermindering van pijn is vaak niet permanent.

Andere chirurgische ingrepen zijn gebaseerd op het verwijderen van individuele of meerdere carpale botten en / of gedeeltelijke verstijving van de pols. Totale verstijving wordt overwogen als een groot deel van de pols wordt aangetast door artrose. Dit doe je door een titanium plaatje op de handrug te plaatsen.

Stretching en buigen van de pols is dan niet meer mogelijk, wat leidt tot aanzienlijke beperkingen in het dagelijks leven. Om deze reden wordt zelden totale verstijving van de pols uitgevoerd. Als laatste optie, en vooral als alternatief voor volledige verstijving van de pols, wordt tenslotte het inbrengen van een polsprothese aangeboden. Het veelvuldige en ook zware mechanische gebruik van de pols maakt deze ingreep tot een veeleisende chirurgische ingreep, en daarom mag deze alleen worden uitgevoerd door een ervaren handchirurg. Een succesvolle operatie biedt echter een goede mobiliteit, veerkracht en pijnvrijheid voor het gewricht.