De symptomen | Het been intrekken

De symptomen

De been is een pijnlijk symptoom dat verschillende oorzaken kan hebben. Afhankelijk van de oorzaak, trekt u de been kan variëren in het tijdstip van optreden (bijvoorbeeld na lichamelijke inspanning of gebrek aan beweging, overdag of 's nachts), in intensiteit (zwak tot sterk) en in duur (van enkele dagen tot enkele maanden). Andere symptomen zoals zwelling, blauwe verkleuring, bleekheid, verlamming of verlies van kracht of gevoel kunnen ook optreden, afhankelijk van de oorzaak van het trekken in de been.

Gevoelloosheid in het been die gepaard gaat met een trekkracht heeft meestal zijn oorsprong in een probleem van de wervelkolom. Bijvoorbeeld na een spit, die wordt veroorzaakt door een plotselinge spanning van de rugspieren, de zenuwen die trekt in het been kan geïrriteerd zijn. Als gevolg hiervan is er misschien niet alleen pijn in de rug, maar ook pijn in het been trekken. Sinds de zenuwen geïrriteerd zijn, kan een lichte gevoelloosheid ook optreden in de loop van het been. Dezelfde symptomen kunnen optreden bij een hernia.

De diagnose

Sinds het been intrekken kan worden veroorzaakt door onder andere ziekten van de bloed schepen or zenuwen in het been dient een arts te worden geraadpleegd als de klachten langer aanhouden of als er verdere symptomen optreden. Met behulp van verschillende onderzoeksprocedures kan de arts de oorzaak van de het been intrekken en, indien nodig, geschikte therapeutische stappen starten. Om een ​​diagnose te kunnen stellen, is eerst een uitgebreide anamnese nodig, dat wil zeggen een gedetailleerde ondervraging van de betrokkene over zowel de onderliggende ziekten als de actuele klachten. Dit wordt gevolgd door een grondige fysiek onderzoek om de huidige klachten van de getroffen persoon te objectiveren en, indien nodig, verdere klachten te identificeren. Afhankelijk van de vermoedelijke oorzaak van de het been intrekken, verdere onderzoeken zoals, bloed testen en beeldvormende procedures, bijvoorbeeld ultrageluidkunnen röntgenfoto's, computertomografie (CT) of magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) nodig zijn.