Hoe gedraag ik me als chauffeur? | Duizeligheid tijdens het autorijden

Hoe gedraag ik me als chauffeur?

Als bestuurder is de primaire taak om andere weggebruikers in het verkeer niet in gevaar te brengen. Als een duizeligheid optreden tijdens het rijden, is het belangrijk om bij de volgende gelegenheid opzij te rijden. Hoe snel dit moet gebeuren, hangt af van de vorm en ernst van de duizeligheid.

Als u last heeft van licht draaien of zwaaien duizeligheid vaker mag u geen auto besturen als u aan hoogtevrees lijdt. Getroffen personen kunnen echter vaak een aanval voorzien duizeligheid, dus bij het autorijden is er genoeg tijd om op de volgende parkeerplaats te wachten en daar een pauze te nemen. Ook in het geval van circulatoire duizeligheid, een fase van laag bloed druk meldt zich vaak vroegtijdig, zodat er een paar minuten zijn voordat een chauffeur moet stoppen.

Als u aan de andere kant lijdt aan een plotselinge aanval van duizeligheid, moet u uw auto onmiddellijk parkeren. Dit moet indien nodig gebeuren op de snelweg op de vluchtstrook of in de stad op het trottoir met alarmlichten. Bij een acute duizeligheidsaanval is vaak niet direct te beoordelen of de duizeligheid bijvoorbeeld door de bloedsomloop wordt veroorzaakt en of dit kan leiden tot een flauwvallen.

De duizeligheid neemt vaak af als je frisse lucht de auto binnen laat en eventueel de benen strekt. Idealiter zou iemand anders daarna de auto moeten blijven besturen. In geval van nood moet een ambulance worden geïnformeerd via 112.

Kan mijn rijbewijs worden ingetrokken?

Iedereen die lijdt aan ernstig duizeligheid aanvallen permanent niet meer als rijklaar worden aangemerkt. Voor de veiligheid van de getroffen persoon en andere weggebruikers wordt autorijden daarom voor sommige ziekten niet aanbevolen. Het komt vrij zelden voor dat iemand om deze reden zijn rijbewijs laat intrekken. Desalniettemin kan het in overleg met de behandelende arts raadzaam zijn om niet verder te rijden.