De behandeling van huidkanker

De chirurgische verwijdering van de huid kanker (excisie) met een veiligheidsmarge is de gouden standaard en daarmee de eerste keuze voor alle vormen van huidkanker.

  • Basaalcelcarcinoom: Het basaalcelcarcinoom wordt operatief verwijderd met een veiligheidsmarge van enkele millimeters. In het gezicht deze uitsnijding van de huid kanker wordt weefselbesparend uitgevoerd (microchirurgie).

    Indien niet te opereren, ontvangt de patiënt straling (radiotherapie​ In één vorm, namelijk oppervlakkig basaalcelcarcinoom, cryotherapie (ijsvorming), elektrocauterisatie (brandend) of de medicijnen imiquimod (modulatie van de immuunsysteem, lokale toepassing) en 5-fluoracil (cytostatisch geneesmiddel) worden ook gebruikt om de huid te behandelen kanker.

  • Spinalioom: Net als basaliomen worden ook spinaliomen operatief verwijderd met een veilige afstand en mogelijk microchirurgisch. Als weefselvocht knooppunt metastasen aanwezig zijn, de getroffenen lymfeklieren worden ook verwijderd en straling (radiotherapie) wordt gestart.

    If metastasen van de huidkanker al bestaat of de patiënt niet geopereerd kan worden, is de therapie bij uitstek chemotherapie​ Bovendien moet de patiënt na het einde van de therapie elke 6 maanden voor controle komen om recidieven of nieuwe vormen van huidkanker in een vroeg stadium op te sporen.

Regelmatige controles zijn ook belangrijk bij deze vorm van huidkanker. Deze worden slechts om de 3 maanden en om de 6 maanden uitgevoerd in de loop van de ziekte, om recidiverende of nieuw gevormde huidkanker vroegtijdig op te sporen.

  • kwaadaardig melanoma: Excisie wordt ook gebruikt om kwaadaardig melanoom te behandelen. Hier is de veiligheidsafstand afhankelijk van de dikte van de tumor (1 tot 3 cm). Als weefselvocht vermoeden van aantasting van de klieren, wordt de eerste lymfeklier van het drainagegebied onderzocht metastasen van de huidkanker (schildwachtklier biopsie).

    If weefselvocht knooppunten worden aangetast, ze worden ook verwijderd. In dit geval, chemotherapie (met dacarbazine) en immunotherapie (met interferon) zijn gestart. Bij metastasen op afstand wordt alleen palliatieve behandeling toegepast, dat wil zeggen om de symptomen te verlichten.