Intestinale infectie | Bijwerkingen van protonpompremmers

Intestinale infectie

De hogere pH-waarde in het bovenste deel van het maagdarmkanaal verhoogt het risico dat bepaalde pathogenen niet worden gedood en het overleven maag passage. Dit kan leiden tot de hierboven genoemde gastro-intestinale klachten. Meer problematisch is een zogenaamd Clostridium difficile infectie, die wordt gekenmerkt door ernstig diarree en buikkrampen. Er zijn eerste aanwijzingen voor een verband tussen de inname van het medicijn en de infectie. De kans op longontsteking neemt ook iets toe met de inname van de zuurremmers.

Nierontsteking

In zeer zeldzame gevallen kunnen verschillende geneesmiddelen nefritis veroorzaken (acute interstitiële nefritis). Het verband met protonpompremmers wordt sinds 1992 onderzocht en wordt sinds 2007 als vastgesteld beschouwd. Andere bijwerkingen die af en toe optreden zijn: gezichtsstoornissen, gehoorstoornissen, een verandering in het gevoel van smaak of het vasthouden van water in de benen.

Deze zijn omkeerbaar, dwz ze verdwijnen na enige tijd weer nadat het gebruik van de tabletten is stopgezet. Een protonpompremmer kan ook leiden tot een vitamine B12-tekort bij hoogrisicopatiënten (oude, zieke mensen). Voor de volledigheid worden hier zeer zeldzame bijwerkingen vermeld: Lever ziekte, misselijkheid, verwarring, vergeetachtigheid, natrium tekort, magnesium deficiëntie, pancreatitis, ernstige allergische reacties van de huid (Stevens-Johnson-syndroom) en bloed tel veranderingen.

Waar moet bij het spenen rekening mee worden gehouden?

Vooral het stopzetten van protonpompremmers moet langzaam en stapsgewijs gedurende een aantal weken gebeuren als het langer dan acht weken wordt ingenomen. Anders kan het tot het zogenaamde rebound-effect komen - ineens te veel maag zuur wordt aangemaakt en men krijgt bovenbuikklachten, Sodbrennen etc.