Bijwerkingen van protonpompremmers

Bijwerkingen zijn over het algemeen zeldzaam bij gebruik van protonpompremmers (PPI). Als er toch symptomen optreden, zit er meestal een onschadelijke bijwerking achter. Over het algemeen treden bijwerkingen op bij 3-10% van de patiënten.

Bijwerkingen bij kortdurend gebruik

Het is optimaal als het medicijn maar een korte tijd wordt gebruikt. Dan kun je hoogstens vermoeidheid verwachten, hoofdpijnslaapproblemen, duizeligheid, misselijkheidevenals huiduitslag of jeuk. Van tijd tot tijd diarree, darmwind, constipatie of ongemak in de bovenbuik kan ook voorkomen.

Bijwerkingen bij langdurig gebruik

De bijwerkingen van kortdurend gebruik verdwijnen meestal weer bij langer gebruik. Er kunnen zich echter andere problemen voordoen, die momenteel nader worden onderzocht. Critici hebben gesuggereerd dat protonpompremmers te veel en te onzorgvuldig worden voorgeschreven - de farmaceutische industrie genereert alleen al met deze medicijnen elk jaar een wereldwijde omzet van 26.5 miljard dollar (2008).

Bovendien zou de farmaceutische industrie de medicijnen verkopen als "maag bescherming ”, wat eufemistisch was. In ieder geval moet men zich ervan bewust zijn dat men nog steeds een medicijn gebruikt dat, door de protonpompen te blokkeren, de omgeving van de maag minder zuur. Studies hebben aangetoond dat> 90% van de zuurproductie wordt geremd wanneer deze continu wordt ingenomen.

Dit kan natuurlijk handig zijn in het geval van een overeenkomstige ziekte. Maar een dergelijke remming brengt ook risico's met zich mee. Elke arts dient dus zorgvuldig de indicatie na te gaan of het voorschrijven van een protonpompremmer gerechtvaardigd is en ook de dosering zorgvuldig aan te passen. Mogelijke bijwerkingen kunnen zich bijvoorbeeld uiten in een verstoring van het botmetabolisme, een verhoogd risico op darminfectie of long infectie.

Botstofwisseling

Een protonpompremmer remt de opname van calcium in de maag door de maagomgeving minder zuur te maken. Daardoor minder calcium wordt afgebroken uit de voeding en opgenomen door de slijmvliezen. EEN calcium tekort kan leiden tot bot breuk. Bij dierproeven werd een effect op het botmetabolisme ook direct aangetoond in de botten, wat leidde tot een verhoogde botresorptie bij proefdieren. Om deze reden moeten protonpompremmers met voorzichtigheid worden gebruikt, vooral bij oudere mensen, vrouwen met osteoporose of mensen met tal van andere ziekten (comorbiditeit), en de arts moet regelmatig worden geraadpleegd in het geval van een behandeling met hoge doses.