Bronchiëctasie: tekenen en diagnose

bronchiëctasieën verwijst naar onomkeerbare (onomkeerbare) pathologische (pathologische) dilataties (vergrotingen) van de bronchiën (synoniemen: bronchiëctasie; bronchiale dilatatie; ICD-10-GM J47: bronchiëctasie) die worden voorafgegaan door schade aan de bronchiën door herhaalde ontsteking (ontsteking) en verstoring van de afvoer van bronchiale afscheidingen. "Ectasis" komt uit het Grieks en wordt vertaald als "uitbreiding". De uitbreidingen kunnen sacculair, spilvormig of cilindrisch zijn (meest gebruikelijk).

De ziekte treft voornamelijk de basale (lagere) long segmenten. EEN long segment of een hele lob van de long kan worden aangetast. Hetzelfde, bronchiëctasieën kan voorkomen in beide lobben van de long.

bronchiëctasieën kan aangeboren (aangeboren) of verworven zijn (meer algemene vorm) (zie “Oorzaken”).

Veelvoorkomende oorzaken van bronchiëctasie zijn onder meer herhaalde lagere luchtwegen infecties in jeugd en taaislijmziekte (synoniem: cystic fibrosis (CF)) (in Europa). In ontwikkelingslanden treedt bronchiëctasie voornamelijk postinfectieus op (na een infectie zoals pertussis, mazelen, invloed​ In geïndustrialiseerde landen dalen de percentages postinfectieziekten door het gebruik van antibiotica en vaccinatieprogramma's.

Piekincidentie: De ziekte komt voornamelijk voor op middelbare leeftijd.

De prevalentie (ziekte-incidentie) is 3.7 gevallen per 100,000 inwoners in Nieuw-Zeeland en 52 gevallen per 100,000 inwoners in de Verenigde Staten.

Ongeveer 30-50% van de patiënten met chronische obstructieve longziekte (COPD) bronchiëctasieën hebben in de gevorderde stadia.

Verloop en prognose: Exacerbaties (perioden van duidelijke verslechtering van de ziekte) zijn typerend voor het beloop chronische ziekte​ Elke patiënt ondergaat ongeveer 1.5 ziekte-episodes per jaar. Daarbij lijdt de patiënt aan vier of meer van de symptomen die kenmerkend zijn voor bronchiëctasieën (zie onder “Symptomen - Klachten”). Frequentere episodes, chronische kolonisatie met de bacterie Pseudomonas aeruginosa en aanwijzingen voor systemische ontsteking (ontsteking die het hele lichaam aantast) duiden op progressie van de ziekte. therapie is het gebruik van antibiotica en fysiotherapie (ademhalingsoefeningen).

De prognose hangt af van hoe goed infecties kunnen worden vermeden. In het beste geval is de levensverwachting van de getroffen persoon nauwelijks beperkt.