Pijn met een ISG - blokkering | ISG-blokkade

Pijn met een ISG - blokkering

De ISG-blokkade kan plotseling optreden of chronisch worden. In beide gevallen manifesteert het zich door een pijn in de onderrug. Dit pijn kan diffuus zijn over de gehele lumbale wervelkolom.

Het is echter vaak beperkt tot het gebied van de ISG-blokkering. tevens de pijn kan uitstralen en trekken langs bepaalde lijnen in de beenkniepijn veroorzaken of ervoor zorgen dat de voeten tintelen of gevoelloos worden. Vooral de beweging van het bekken is pijnlijk, maar het naar achteren kantelen van het bekken verlicht vaak de pijn.

Lange periodes van immobiliteit tijdens het zitten, staan ​​of liggen leiden ook tot pijn en spierstijfheid. Liggen, vooral met gestrekte benen, gaat meestal gepaard met hevige pijn. Afhankelijk van de oorzaak van de ISG-blokkering kan er ook pijn in de lies of schaambeen.

De nachten waren een marteling voor veel mensen die getroffen waren door ISG-blokkering. Op de rug liggen met gestrekte benen is een bijzondere belasting voor de lumbale wervelkolom. De klachten van een ISG-blokkering worden ook verergerd door weinig beweging.

Na een nacht liggen, maar ook na lang zitten of staan ​​in dezelfde houding, is de pijn bijzonder sterk en zijn de omliggende spieren stijf. Als het niet te oncomfortabel is voor de patiënt, kunnen de benen worden gebogen en opgetild in een hoek van 90 graden op de rug. Dit verlicht de ISG-blokkering en ontspant het gewricht.

De ISG-blokkering kan niet altijd volledig worden genezen door een eenmalig behandelsucces van de orthopeed. Sommige patiënten hebben chronische klachten, die maar moeilijk te verbeteren zijn. In veel gevallen moet een ISG-blokkering worden tegengegaan door actieve spieropbouw en fysiotherapie. Totdat een significante verbetering is bereikt, kunnen veel therapiesessies voorbij zijn en zelfs dan kan de pijn weer verschijnen na lange perioden van inactiviteit of met een inspannende houding.

Van symptoom tot diagnose

Voorwaarde voor de diagnose van een ISG-blokkering is allereerst een goede anamnese, die belangrijke informatie geeft over de juiste lichaamsregio en functiestoornis. Na de inspectie met de veranderingen in het houdingpatroon worden herkend en gedocumenteerd fysiek onderzoek volgt. Er zijn een aantal tests waarmee de arts een functionele stoornis kan identificeren. Er is een fundamenteel onderscheid tussen oriënterende tests, die de arts aanwijzingen geven voor een functiestoornis, en joint play tests, die de diagnose van een blokkering bevestigen. Het is altijd belangrijk om rekening te houden met belangrijke differentiële diagnoses zoals ontstekingen en tumorziekten. Zodra de ISG-blokkering is vastgesteld en structurele oorzaken zijn uitgesloten, beschikt de arts over een aantal behandelingstechnieken.