Terughoudendheidstherapie: behandeling, effecten en risico's

Bezit therapie is een bijzondere vorm van psychotherapie ontworpen om hechtingsstoornissen te corrigeren. Volgens deze methode houden twee mensen elkaar intens in een omhelzing vast totdat de negatieve gevoelens zijn verdwenen. Het is oorspronkelijk ontwikkeld voor de behandeling van kinderen die eraan lijden autismementaal vertragingpsychische stoornissen of gedragsproblemen. Vandaag vasthouden therapie wordt ook gebruikt bij volwassenen.

Wat is terughoudendheidstherapie?

De methode van terughoudendheid therapie werd opgericht door de Amerikaanse psycholoog Martha Welch, geboren in 1944. Het werd vanaf de jaren tachtig verder ontwikkeld en geïntroduceerd in gezinstherapie door de Tsjechische therapeut Jirina Prekop (geboren in 1980). Hoewel Welch en Prekop de niet-agressieve aard van dwangtherapie benadrukken, kan het volgens kritische psychologen gepaard gaan met geweld tegen de personen die worden behandeld en kan het dus traumatiserend zijn. Welch en Prekop, de oprichters, bepalen echter dat terughoudendheid er niet toe mag leiden straf of tuchtiging. Bovendien verbieden ze de activiteit van een persoon die intern geneigd is tot het gedrag van het kind dat met agressie of afwijzing wordt behandeld. Eerdere mishandeling van het kind in kwestie sluit ook het therapeutische werk van een volwassene uit. De basis van de dwangtherapie is de onderlinge omhelzing, waarbij betrokkenen elkaar in de ogen kijken. In deze directe confrontatie komen pijnlijke gevoelens voor het eerst aan het licht. Vervolgens kunnen agressieve impulsen en enorme angsten naar voren komen, die duidelijk kunnen worden uitgedrukt. Niettemin gaat het intense vasthouden door totdat alle negatieve gevoelens zijn verdwenen. Dan is het bedrijf veranderd in een min of meer liefdevolle omhelzing. Ten aanzien van kinderen mag de wachttherapie altijd alleen worden uitgevoerd door een naaste vertrouweling of, in uitzonderlijke gevallen, door een therapeut. Deze persoon heeft de taak om alle optredende toestanden van agitatie en agressieve emotionele uitingen te begeleiden en, indien nodig, te versterken. Volgens Jirina Prekop moet de gedetineerde worden aangemoedigd om uit te schelden en te schreeuwen als hij / zij dat zelf wil doen. De hele therapie mag niet onder een tijdslimiet vallen. Pas als de agitatie volledig is afgenomen, kan de behandeling worden beëindigd. De voorkeur moet worden gegeven aan een comfortabele houding voor de betrokken personen, meestal zittend of liggend.

Functie, effect en doelen

Hoofdzakelijk vanwege juridische bezwaren, wordt dwangtherapie in professionele kringen niet erkend. De intensieve of soms zelfs gewelddadige inperking van een kind tegen zijn of haar wil kan zeer snel de grenzen van het wettelijk voorgeschreven kader van interpersoonlijke relaties bereiken. Juridisch gezien vormt het vasthouden van een persoon tegen zijn of haar uitdrukkelijke wil een vrijheidsberoving en lichamelijk letsel. De Duitse Vereniging voor Kinderbescherming heeft kritiek geuit op dwangtherapie als een rechtvaardiging voor geweld dat onaanvaardbaar is. Gerenommeerde pedagogen en psychotherapeuten spreken zich uit tegen detentietherapie omdat het een herinterpretatie van punitief is maatregelen als therapie in het belang van het kind. Onder het mom van gezinsliefde en ook pedagogische bedoelingen is het gebruik van psychologisch geweld gerechtvaardigd. Vaak hielden een ouder en het kind elkaar urenlang vast, meestal met tegenzin van het kind. De dwangtherapie is dus ongeschikt voor de behandeling van psychische stoornissen. Keer op keer klaagden de getroffenen en hun familieleden dat traumatisering erdoor was veroorzaakt of geïntensiveerd. De procedure valt niet te rijmen met wetenschappelijke en psychotherapeutische principes. Voorstanders van terughoudendheidstherapie stellen daarentegen dat de behandeling vooral gaat over liefde, een betere band en een gevoel van veiligheid. Om deze redenen nemen echter nogal wat kinderartsen en ergotherapeuten herhaaldelijk hun toevlucht tot dwangtherapie en bevelen het ook aan ouders aan voor gebruik. In deze gevallen wordt erop gewezen dat in een verantwoorde procedure het recht van de sterkere nooit van toepassing is en dat er niet zowel fysiek als taalkundig geweld wordt gebruikt. De dwangtherapie mag niet verkeerd worden opgevat als een middel om onder druk te staan: praktiserende kinderpsychologen beweren immers dat kinderen therapie ook kunnen zien als een vorm van liefdevol vastgehouden worden. Het is echter niet wenselijk als met name oudere kinderen urenlang gewelddadige sessies moeten doorstaan.

Risico's, bijwerkingen en gevaren

Mede-oprichter van Therapy Jirina Prekop verdedigt holding als een kans om conflicten op te lossen "hart- naar hart en gal te gal. " Als gekwetste gevoelens tijdens de therapie konden worden uitgeschreeuwd, zou de liefde uiteindelijk weer opduiken. In veel gevallen kwamen ouders en kinderen heel ontspannen uit de hechtingssessies. Jirina Prekop beveelt aan om vast te houden voor mentale angst, Depressie, hyperactiviteit, verslavingen en dwangmatig gedrag. Vooral rusteloze en agressieve kinderen konden weer vertrouwen krijgen in de steun van hun ouders. Deze opvatting wordt ook sterk tegengesproken door ervaren kinderpsychologen. Gezinstherapeuten melden schuldgevoelens bij ouders en gedragsproblemen bij kinderen die een dwangtherapie hebben ondergaan. Kinderen kunnen zich niet ontwikkelen sterkte en het vermogen om met conflicten om te gaan, zoals Jirina Prekop stelt, maar integendeel lijdt aan problemen met het gevoel van eigenwaarde en contactstoornissen, waarvan sommige aanzienlijk zijn. Een kinderpsycholoog die tegen dwangtherapie is, beschrijft haar ervaring dat kinderen die op deze manier worden behandeld vaak grote problemen hebben met nabijheid en afstand in hun vriendschappen en latere liefdesrelaties. Sommige van de getroffenen zouden de persoonlijkheid van andere kinderen of adolescenten overnemen of, integendeel, waren aangetast in hun vermogen om aanraking te tolereren. Bovendien blijft er vaak een zeer afwijzende relatie met de eigen ouders of zelfs andere familieleden bestaan.