Behandeling / therapie | Icterus verlengatus - Hoe gevaarlijk is het?

Behandeling / therapie

Bij een licht uitgesproken icterus verlengatus is geen behandeling nodig en is het optreden van gevolgschade zeer onwaarschijnlijk. De pasgeboren baby moet echter regelmatig transcutaan worden gecontroleerd bilirubine bepaling of bloed testen om op tijd met de therapie te kunnen beginnen als de waarden boven de limiet komen. Het is ook nodig dat de baby vaak en voldoende drinkt (moedermelk of volledige zuigelingenvoeding).

Frequente maaltijden stimuleren de darmen en bevorderen de uitscheiding van bilirubine in de ontlasting. Het geven van water of thee moet worden vermeden, aangezien het kind dat nodig heeft calorieën en geen vloeistof (de stoelgang moet worden aangemoedigd!). Als het bilirubine waarde boven een vooraf berekende grenswaarde stijgt, moet de icterus verlengatus worden behandeld.

De therapie bij uitstek hier is fototherapie, waarin het in water onoplosbare bilirubine wordt omgezet in een vorm die kan worden uitgescheiden door straling. In gevallen waar het bilirubine erg hoog is en de pasgeborene niet voldoende reageert fototherapie, een bloed wisseltransfusie kan worden overwogen. In dit geval het kind bloed wordt geleidelijk vervangen door geschikt donorbloed (rode bloedcelconcentraat) via een navelstreng ader katheter.

Een bloeduitwisselingstransfusie is echter slechts in zeer zeldzame gevallen nodig. Een icterus verlengatus kan worden behandeld door fototherapie als het totale bilirubine wordt verhoogd tot boven de fototherapielimiet. De pasgeborenen liggen ongekleed onder speciale tl-buizen, waardoor het principe vergelijkbaar is met dat van een solarium.

De kinderen worden met regelmatige tussenpozen omgedraaid zodat de hele huid kan worden bestraald. Om de ogen tegen de straling te beschermen, moeten de pasgeborenen een veiligheidsbril dragen. De huid wordt vervolgens bestraald met kortgolvig blauw licht met een golflengte van 460 nanometer. De bestraling zet het in water onoplosbare bilirubine dat zich in het bloed heeft opgehoopt om in een in water oplosbare vorm die gemakkelijk kan worden uitgescheiden. De therapie duurt meestal tussen één en twee dagen, maar in ieder geval totdat de bilirubinespiegel onder de berekende limiet is gedaald.