Antimetabolieten | Geneesmiddelen tegen schimmelinfecties

antimetabolieten

Antimetabolieten zijn bouwstenen die in DNA of RNA worden ingebouwd en daar door hun structuur mee interfereren. DNA beschrijft het erfelijk materiaal en is aanwezig als een lange, dubbelstrengs draad die bestaat uit losse bouwstenen die in een ketting met elkaar zijn verbonden. Meestal wordt de structuur zodanig gemodificeerd dat de antimetabolieten kunnen worden opgenomen, maar niet kan worden uitgebreid vanwege het ontbreken van een specifieke chemische structuur.

Dit wordt ook wel ketenbeëindiging genoemd. RNA is de term die wordt gebruikt om de delen van het DNA te beschrijven die nodig zijn om een ​​bepaald eiwit of enzym te produceren. RNA heeft dezelfde structurele componenten als DNA, maar in tegenstelling tot DNA is het alleen aanwezig als een enkele streng. Dit betekent dat eiwitten en enzymen, die de schimmels nodig hebben om te overleven, kunnen niet of alleen verkeerd worden geproduceerd.

Door remming van de celdeling kunnen de schimmels zich niet voortplanten. De werkzame stof flucytosine (Ancotil®) is een zogenaamde cytosine-antimetaboliet. Het komt de schimmelcel binnen en wordt vervolgens door een specifiek enzym (cytosinedesmainase) omgezet voordat het in het genetisch materiaal van de schimmelcellen wordt opgenomen.

Het heeft een fungistatisch effect, dwz het remt de proliferatie van schimmels (remedie voor schimmelziekten​ Flucytosine (antischimmelmiddel) wordt toegediend als een infuus en is alleen effectief bij schimmels die een specifiek enzym bezitten (cytosinedeaminase). Zo wordt het gebruikt met Candida, Cryptococcus en blackener-schimmels, die de huid en de onderhuid aantasten.

Het wordt meestal gecombineerd met het polyeen amphotericine B​ Bijwerkingen: De bijwerkingen zijn omkeerbaar en tasten het maagdarmkanaal aan, nemen toe lever waarden (lever enzymen) en veranderingen in bloed samenstelling. Het mag niet voor worden gegeven nier, lever functie en bloed vormingsstoornissen (remedie voor schimmelziekten).

griseofulvine

Griseofulvin is een ander medicijn onder de antimycotica (remedies tegen schimmelziekten​ Het wordt oraal ingenomen en is gericht tegen microtubuli. Dit betekent eiwitstructuren in de cellen.

Ze zijn buisvormig en dienen enerzijds voor het stabiliseren en transporteren binnen de cellen, anderzijds hebben ze een belangrijke functie bij de celdeling (spilapparaat). Griseofulvin verstoort de productie en functie van deze belangrijke eiwitten​ Het hoopt zich op in huid, nagels en haar en is dus effectief bij schimmelinfecties die deze structuren aantasten (dermatomycosen).

De tot dusver waargenomen bijwerkingen waren voornamelijk stoornissen van het maagdarmkanaal en huidveranderingen​ Aandoeningen van de centrale zenuwstelsel or bloed telveranderingen (neutropenie) zijn zeldzaam. Het mag niet worden toegediend in gevallen van lever disfunctie, bindweefsel ziekten (collagenose) of bepaalde bloedziekten (porfyrie).

Het vermindert ook het effect van anticoagulantia (anticoagulantia) en de pil (anticonceptiva). Bij het gebruik van griseofulvine moet alcoholgebruik worden vermeden.