Acetylcholine in het hart | Acetylcholine

Acetylcholine in het hart

Al in 1921 werd ontdekt dat er een chemische stof aanwezig moet zijn die de elektrische impuls doorgeeft die via de zenuwen aan de hart-​ Deze stof werd aanvankelijk vagusstof genoemd, naar de zenuw waarvan hij de impuls doorgeeft. Later werd het chemisch correct hernoemd acetylcholine gebruiken.

De nervus vagus, met zijn boodschappersubstantie acetylcholine, is een belangrijke tak van het parasympathische zenuwstelsel, die, samen met de sympathische zenuwstelsel, behoort tot het vegetatieve of zenuwstelsel. De zenuwstelsel is verantwoordelijk voor de beheersing van onvrijwillige lichaamsfuncties zoals de spijsvertering. Het parasympathische zenuwen in het bijzonder zorgen voor een rust- of herstelstofwisseling, waardoor onder andere de spijsvertering wordt bevorderd.

De sympathieke zenuwstelsel vormt de antagonist. Acetylcholine heeft daarom ook een ontspannend effect op de hart-​ Het resultaat is langzamer hart- tarief en lager bloed druk.

Het docking point voor ACh hier is de M2-receptor, een zogenaamde muscarinereceptor. Deze kennis is gebruikt om een ​​medicijn genaamd atropine te ontwikkelen dat deze receptor blokkeert en zo het effect van de parasympathische zenuwstelsel​ Dit effect wordt parasympathisch genoemd.

Atropine wordt gebruikt in noodgeval medicijn, bijvoorbeeld. Een ander effect van acetylcholine op de bloedsomloop, wederom overeenkomend met de functie van de parasympathische zenuwstelsel, is om de vasculaire spieren te ontspannen. Dit resulteert ook in een vermindering van bloed druk.

Synaps

Een synaps is een neurale verbinding tussen een neuron en een andere cel (meestal een ander neuron, maar vaak ook een spier-, sensorische of kliercel). Ze worden gebruikt om excitatie over te dragen en, in sommige gevallen, te wijzigen, en om informatie op te slaan door de structuur van de synaps aan te passen. Het menselijk lichaam heeft ongeveer 100 biljoen synapsen.

Een enkel neuron kan maximaal 200,000 hebben synapsen​ De overdracht van het elektrische signaal van de ene synaps naar de andere gebeurt meestal chemisch door middel van neurotransmitters, waaronder acetylcholine, die we hier als voorbeeld zullen gebruiken. Wanneer een elektrisch signaal de synaps van neuron A bereikt, leidt dit tot het vrijkomen van acetylcholine uit de opslagplaatsen in de synaps, de blaasjes, in de synaptische spleet.

Deze opening is slechts ongeveer 20 tot 30 nanometer breed en microscopisch klein. De acetylcholine diffundeert vervolgens naar de synaps van neuron B en dokt hier aan speciale receptoren. Dit leidt op zijn beurt tot de vorming van een elektrische impuls in Neuron B, die vervolgens wordt overgedragen.

Na een korte tijd wordt ACh afgebroken door het enzym acetylcholinesterase en ineffectief gemaakt. De componenten choline en azijnzuur worden vervolgens opnieuw geabsorbeerd in de synaps van Neuron A zodat acetylcholine weer kan worden gevormd. Naast deze chemicaliën synapsen, er zijn ook elektrische synapsen, die zijn uitgerust met ionenkanalen waardoor ionen en kleine moleculen van de ene cel naar de andere kunnen gaan. De elektrische impuls kan daarom rechtstreeks tussen twee of meer cellen worden overgedragen.