zwaarmoedig

Aanhoudend en vol bezorgdheid zoeken hypochonders naar ziekteverschijnselen die hun vermoeden zouden kunnen bevestigen. Ze controleren voortdurend hun eigen lichaams- en orgaanfuncties. Hypochonders meten soms de lichaamstemperatuur en bloed druk per uur; ze voelen voortdurend knobbels of andere veranderingen.

Hypochondrie: geen mannelijk fenomeen

Volkomen normale lichamelijke reacties worden vaak verkeerd ingeschat door hypochonders. Als ze netjes buiten adem zijn na het beklimmen van vier trappen, interpreteren ze dit niet als een teken van gebrek aan geschiktheid, maar als eerste indicatie van long kanker​ Uit onderzoek van het Psychologisch Instituut van de Universiteit van Mainz bleek dat ongeveer zeven procent van de Duitsers overdreven heeft volksgezondheid angsten.

Onderzoekers van de universiteiten van Marburg en Dresden beschouwen hypochondrie daarentegen als een zeldzaamheid voorwaarde​ De psychologen ondervroegen 4,181 willekeurig geselecteerde Duitsers tussen de 18 en 65 jaar in een gestandaardiseerd interview. Slechts drie van hen vertoonden symptomen van ernstige hypochondrie en minder dan drie procent leed aan uitgesproken of onrealistische ziektevrees.

Mannen en vrouwen worden ongeveer even vaak getroffen en alle leeftijdsgroepen zijn vertegenwoordigd. Het sprookje van uitsluitend mannelijke hypochonders is dus niet houdbaar.

Hypochonders onder medische studenten

Toch zijn er wel degelijk clusters van hypochondrisch gedrag: bijvoorbeeld onder geneeskundestudenten. Ze hebben de neiging om die symptomen bij zichzelf te ontdekken die momenteel het onderwerp zijn van de huidige lezing. In de regel gaat deze milde vorm van hypochondrie ("morbus clinicus") snel voorbij.

Ook televisie-uitzendingen over bepaalde ziektevormen trekken denkbeeldige zieke mensen aan. In de dagen die volgen op de uitzending van een programma op colorectale kanker, Ebola virussen of vogel griepOpvallend veel mensen rapporteren aan de kijkerssecretariaten van de televisie-redactiekantoren en aan huisartsen die vrezen dat ze juist aan deze ziekte lijden. Volgens het rapport kan de loutere vermelding van een ziekte of de typische symptomen de klachten veroorzaken.

Triggers en oorzaken

Maar ook individuele oorzaken spelen meestal een belangrijke rol:

  • Hypochonders zijn bijvoorbeeld vaak van nature angstige en voorzichtige mensen die sinds de puberteit bang zijn voor ziekte.
  • Ze ervaren vaak op jonge leeftijd een ernstige ziekte of ziekenhuisopname.
  • Soms een chronisch ziek familielid is de trigger.
  • Een angstige en overbezorgde omgeving speelt ook een rol. Bijvoorbeeld als het kind niet naar school mag vanwege een onschadelijk koud, maar wordt naar bed gebracht.
  • Een zeer pijnlijke gebeurtenis in het leven, zoals het overlijden van een dierbare, kan de aandoening ook veroorzaken.

Diagnose: hypochonder

Het ontdekken van een hypochondrische aandoening is niet eenvoudig. Ten eerste moet de arts zich ervan vergewissen dat geen van de gevreesde lichamelijke aandoeningen werkelijk bestaat. Een grondige fysiek onderzoek is belangrijk. Als hij geen ziekte vindt, is de volgende stap om praten voor de patiënt, onderricht hem en zoek naar mogelijke solutions samen.

Diverse criteria helpen ook bij de diagnose. Omdat angst voor ziekte ook het gevolg kan zijn van of lijkt op een andere psychische aandoening, moeten artsen deze mogelijkheden overwegen. De gewoonte van hypochonders om voortdurend hun lichaamsfuncties te controleren ('gedrag controleren') doet bijvoorbeeld denken aan obsessief-compulsieve stoornis​ Net zoals deze patiënten constant de deur of de oven controleren, controleren hypochonders onophoudelijk hun volksgezondheid.

Bovendien treft de constante angst voor een ernstige ziekte de stemming. Ongeveer de helft van de hypochonders lijdt ook aan een min of meer uitgesproken vorm van Depressie​ Daarom is het in de regel essentieel om een ​​specialist te raadplegen die ervaring heeft met hypochonders: bijvoorbeeld een psychiater, psychotherapeut of specialist in psychosomatische geneeskunde. Dit komt omdat permanente angst voor ziekte een is geestesziekte, niet een fysieke.