Welke factoren hebben een positieve invloed op de overlevingskans en levensverwachting? | Levensverwachting voor borstkanker

Welke factoren hebben een positieve invloed op de overlevingskans en levensverwachting?

De positieve factoren zijn onder meer kleine tumoren kleiner dan 2 cm, die slechts een lage graad van degeneratie (G1) vertonen bij het sorteren. Een lage mate van degeneratie betekent dat de tumorcellen nog steeds sterk lijken op normaal borstklierweefsel. Hieruit kan worden afgeleid dat vroege detectie van borstkanker kan ook een positief effect hebben op de overlevingskans, ook omdat weefselvocht knooppunten zijn meestal nog niet aangetast.

Dit betekent dat de tumor de weefselvocht schepen in de borst en is daarom nog steeds gelokaliseerd. In deze context heeft het ook een positief effect op de overlevingskans als de tumor nog niet is doorgedrongen schepen. In termen van receptorstatus is een positieve constellatie wanneer de tumor hormoonreceptorpositief en HER2-receptornegatief is.

In het geval van hormoonreceptor-positieve tumoren kan naast hormoontherapie ook hormoontherapie worden toegepast chemotherapie. De leeftijd van de patiënt is ook belangrijk. Positief is een leeftijd van meer dan 35 jaar bij het begin van de ziekte.

Welke factoren hebben een negatieve invloed op het overlevingspercentage en de levensverwachting?

De belangrijkste prognostische factor, ook in termen van overlevingskans, is de weefselvocht knooppuntstatus in de oksel. Als hierin tumorcellen worden aangetroffen lymfeklierenwordt dit als een negatieve factor beschouwd. Een grote tumor op het moment van diagnose wordt ook als een negatieve factor beschouwd, net als de G3-beoordeling.

G3 betekent in deze context dat de tumorcellen al sterk verschillen van het oorspronkelijke weefsel in termen van differentiatie en de neiging hebben om kwaadaardiger te zijn. Daarnaast spelen verschillende receptoren op de tumor een belangrijke rol. Negatief is wanneer de tumor geen hormoonreceptoren heeft, maar HER2-receptoren wel. Tot nu toe werd de aanwezigheid van HER2-receptoren als een negatieve factor beschouwd, hoewel specifiek antilichamen (trastuzumab) tegen deze receptor kan voor dit type worden gegeven, wat een zeer goed effect heeft.

Het optreden van lokale recidieven, dwz tumorhaarden op de borst muur of in de oksel heeft bijvoorbeeld een negatief effect op de overlevingskans. Bij recidieven na borstverwijdering in de oksel daalt de 5-jaarsoverleving tot 50-55%. Als recidieven tegelijkertijd op verschillende plaatsen optreden, is het overlevingspercentage na 5 jaar ongeveer 21%.

Verder is het doorslaggevend of de recidieven binnen twee jaar of meer dan twee jaar na de eerste therapie optreden. Zogenaamde vroege recidieven (na minder dan twee jaar) zijn vaak moeilijker te behandelen en hebben een hoger risico op verdere recidieven en metastasen. Dit heeft natuurlijk invloed op het overlevingspercentage. Dit onderwerp is wellicht ook interessant voor u:

  • Betrokkenheid van de lymfeklieren bij borstkanker
  • Borstkanker in het eindstadium