Wat is pseudoradiculaire pijn? | Het pseudoradiculair syndroom

Wat is pseudoradiculaire pijn?

Pseudoradiculaire pijn is pijn die aanvoelt zenuwpijn​ Ze veroorzaken echter niet echt zenuwschade​ In plaats daarvan is er een verkeerde regeling tussen de spieren en gewrichten van de wervelkolom leidt tot ernstige spanning. Dit kan leiden tot pijn dat lijkt erg op dat van zenuwschade. Net als zenuwpijn, pseudoradiculaire pijn strekt zich langs een spiergroep uit in armen of benen.

Waarom komt het het meest voor in de lumbale wervelkolom?

Naast onze cervicale wervelkolom is de lumbale wervelkolom het zwakste punt van de rug. Hier rust het gewicht van het hele bovenlichaam op de wervelkolom. Enerzijds moet de lumbale wervelkolom het bovenlichaam ondersteunen, anderzijds is het bovenlichaam verbonden met het bekken en de benen, zodat vooral tijdens het lopen de lumbale wervelkolom en de daar gelokaliseerde spieren moeten voorzien uitgesproken stabilisatie.

Door onze huidige levensstijl brengen we meestal meerdere uren zittend door. Vaak is de rug krom, wat kan leiden tot spanning in de gehele rugspieren. De lumbale wervelkolom wordt hier echter vooral door beïnvloed. Hier is het stabiliserende contact tussen de vaste zitting en het beweegbare bovenlichaam, zodat het vooral belangrijk is om op dit punt te stabiliseren.

Deze inactieve levensstijl betekent ook dat de rugspieren niet meer voldoende worden getraind om de wervelkolom in alle situaties voldoende te stabiliseren en te ondersteunen. Daarom treedt, vooral bij ongewone bewegingen of nieuwe fysieke spanningen, vaak een disbalans in spierarbeid op. De resulterende ontregeling van spieren en gewrichten triggers het pseudoradiculaire syndroom​ En aangezien de lumbale regio meestal de grootste belasting draagt, komen deze ontregeling daar bijzonder vaak voor.

De diagnose

De diagnose van alle soorten rug pijn bestaat allereerst uit een medische geschiedenis, waarin de arts de exacte symptomen van de getroffen persoon vraagt. Het belangrijkste hierbij is of er een ongeval of een infectie heeft plaatsgevonden, aangezien deze kunnen wijzen op een letsel aan de wervelkolom. Dit wordt gevolgd door een onderzoek waarin het bewegingsbereik en zenuwschade kan worden gecontroleerd.

Als er geen indicatie is van wervelkolom- of zenuwbeschadiging, is deze diagnose voldoende. Als ernstige schade wordt vermoed, kan beeldvorming (Röntgenstraal, MRT, CT) kunnen worden uitgevoerd. Het pseudoradiculair syndroom kan gepaard gaan met huidsensaties.

Voor een nauwkeurigere diagnose van deze symptomen is soms een gedetailleerde beoordeling door neurologen nodig. De MRI, ook wel magnetische resonantiebeeldvorming genoemd, is de meest geschikte beeldvormingsprocedure om zachte weefsels, organen en spieren te beoordelen. MRI wordt daarom gebruikt wanneer er een vermoeden bestaat van schade aan de spinal cord of zenuwwortels.

Hernia-schijven kunnen ook goed worden beoordeeld met MRI. Bij pseudoradiculair syndroom wordt de MRI gebruikt voor uitsluitingsdiagnostiek. Structurele schade die de symptomen van de ziekte zou kunnen verklaren, moet worden uitgesloten.

Röntgenfoto's zijn een eenvoudige en snelle procedure waarmee vooral botstructuren goed kunnen worden beoordeeld. Als een pseudoradiculair syndroom wordt vermoed, moeten botdefecten in de wervelkolom in het algemeen worden uitgesloten als oorzaak van de symptomen. In de meeste gevallen wacht men ongeveer twee tot vier weken om te zien of de pijn zal weer verdwijnen met beweging en pijntherapie.

Als dit niet het geval is, moeten andere oorzaken dan het pseudoradiculaire syndroom worden onderzocht. Een Röntgenstraal dient als een goede oriëntatie voor de benige structuur. CT wordt gebruikt bij pseudoradiculair syndroom en bij röntgenfoto's als botdefecten moeten worden uitgesloten.

In tegenstelling tot röntgenfoto's kunnen CT-beelden worden gebruikt om in drie dimensies te bepalen waar elke structuur zich in het lichaam bevindt. Om deze reden is CT de volgende keuze voor onduidelijkheden Röntgenstraal bevindingen. Bovendien kunnen zachtere structuren zoals de spinal cord en zenuwen kan ook worden beoordeeld (hoewel niet zo goed als bij MRI). In het geval van pseudoradiculair syndroom dient CT ook om ernstige structurele ziekten uit te sluiten.