Detectie van allergieën | Transformatie van lymfocyten

Detectie van allergieën

De belangrijkste indicatie voor een lymfocyt transformatie test is de detectie van allergieën. Voordat de test wordt uitgevoerd, moet worden bepaald op welke allergieën de patiënt getest wil worden. Alleen allergieën van het vertraagde type (type 4) worden getest.

Lymfocyten spelen een belangrijke rol bij dit type allergie. Typische allergieën die worden gedetecteerd in a lymfocyt transformatie test zijn geneesmiddelen- en metaalallergieën. In de tussentijd kan de test ook worden gebruikt voor allergieën van type 1.

Bij veel allergieën een detectie door de lymfocyt transformatie test is niet mogelijk of niet nodig, aangezien andere methoden perfect voldoende zijn voor een detectie. De test is bijvoorbeeld niet bruikbaar bij voedselallergieën. Wilt u weten of u last heeft van een allergie?

Voorbereiding van de lymfocyttransformatie-test

Allereerst dient een uitgebreid gesprek met de arts plaats te vinden waarin de symptomen worden beschreven. Indien nodig worden verdere allergietesten uitgevoerd. De arts zal beslissen of een lymfocytentransformatietest zinvol is.

Wilt u weten welke andere tests er zijn om een ​​allergie op te sporen? Voordat de test wordt uitgevoerd, moet worden bepaald op welke allergieën het wordt getest. De patienten bloed is vereist voor de lymfocyttransformatie-test.

De bloed wordt bij voorkeur 's ochtends getekend en moet dezelfde dag naar het laboratorium worden gestuurd. echter, de bloed mag niet worden gekoeld. Voordat de test wordt uitgevoerd, moet worden bepaald op welke allergieën moet worden getest. Bloed is vereist van de patiënt voor de lymfocyttransformatie-test. Het bloed wordt bij voorkeur 's ochtends afgenomen en moet dezelfde dag nog naar het laboratorium. Het bloed mag echter niet worden gekoeld.

Hoe werkt een lymfocyttransformatie-test?

De lymfocyttransformatie-test moet worden uitgevoerd in een hooggekwalificeerd laboratorium. In het laboratorium worden de antigeen-specifieke T-lymfocyten verder onderzocht. Eerst worden ze gescheiden van volbloed.

Vervolgens worden ze blootgesteld aan een antigeen dat is afgeleid van het materiaal waarvan wordt vermoed dat het een allergie veroorzaakt. Na een bepaalde wachttijd wordt aan dit mengsel radioactief thymidine toegevoegd. Dit wordt gedaan zodat de straling van de thymidine later kan worden gebruikt om te meten hoe sterk de cellen delen.

Dit komt doordat het radioactieve thymidine zich aan het DNA hecht. De mate van celdeling wordt gebruikt om te beoordelen of de lymfocyten werden gestimuleerd door het antigeen. Dit zou dan betekenen dat er zeer waarschijnlijk een allergie aanwezig is.