Wanneer moet de meting beginnen? | Monitoring van hartgeluiden en contracties

Wanneer moet de meting beginnen?

In principe is een anticonceptiepen nuttiger voor Grensverkeer vergevorderd zwangerschap of het geboorteproces. In het geval van dreigend voortijdige geboorte of risicoconstellaties van de moeder zoals suikerziekte mellitus, hoge bloeddruk, infecties, vaginale bloedingen of afwijkingen van het kind in de ultrageluiddient er al een CTG-onderzoek plaats te vinden vanaf de 25e week van zwangerschap. Als het verloop van het zwangerschap anders onopvallend is, wordt het cardiotocogram (afgekort CTG) meestal uitgevoerd vanaf de 30e week van de zwangerschap als onderdeel van de preventieve onderzoeken en elke 14 dagen herhaald tot aan de geboortedatum.

Als het ongeboren kind wordt overgedragen, dwz als de zwangerschap voortduurt na de berekende bevallingsdatum, moet het CTG-onderzoek ook met kortere tussenpozen worden herhaald. Voor de geboorte zelf wordt routinematig een cardiotocogram (afgekort: CTG) uitgevoerd om de foetale voorwaarde voor de geboorte. Het belangrijkste doel van dit onderzoek is om de reactie van het kind op de contracties en of hij of zij goed is voorbereid op de aanstaande geboorte. Gewoonlijk wordt vervolgens elke twee uur een cardiotocogram (CTG) van 30 minuten opgenomen.

In weeën

Een goed teken voor een spontane geboorte zonder complicaties is wanneer de baby goed reageert op die van de moeder contracties. Tijdens een samentrekking wordt de buik van de moeder samengedrukt zodat de bloed de toevoer en daarmee de zuurstoftoevoer naar de baby wordt voor korte tijd onderbroken. Als de samentrekking sterk genoeg is, een vertraging van het kind hart- snelheid kan ook worden waargenomen in de CTG aan het begin van de contractie.

De basislijn moet dan zijn laagste waarde bereiken rond de piek van de contractie. De eerste reactie van een ongeboren kind op een verminderde zuurstoftoevoer is immers altijd een vermindering van hart- tarief. Deze vertraging zou echter ook snel moeten afnemen en de basislijn van het kind zou moeten stijgen naar zijn oorspronkelijke waarde. Als dit niet gebeurt of als de vertraging wordt vertraagd, moet dit zeker verder in acht worden genomen, aangezien dit een aanwijzing kan zijn voor een gebrek aan zuurstoftoevoer naar het kind. In het ergste geval kan een keizersnede nodig zijn om verdere schade aan het kind te voorkomen volksgezondheid.