Coördinatieve vaardigheden | Coördinatie

Coördinatieve vaardigheden

Dat werd duidelijk coördinatie bestaat uit actieprogramma's waarmee taken naargelang de situatie kunnen worden aangepakt. CoördinatieOf de coördinatieve vaardigheden, bestaan ​​uit zeven verschillende vaardigheden. Dit zijn: Het onderscheidend vermogen maakt de fijnste bewegingsaanpassingen mogelijk in relatie tot ruimte en tijd.

Door het oriëntatievermogen weet het lichaam altijd in welke positie het zich bevindt. Het vermogen om evenwicht wordt verstaan ​​het bereiken van een toestand waarin het lichaam in evenwicht is, of in staat is dit evenwicht steeds weer te bereiken. Reactiviteit is het vermogen om op een bepaald moment met een overeenkomstige snelheid op een signaal te reageren.

Ritmisch vermogen is het vermogen om een ​​beweging aan te passen aan externe of interne ritmes. De koppelingsmogelijkheid maakt de combinatie van enkele en deelbewegingen tot een gerichte algehele beweging mogelijk. Het aanpassingsvermogen maakt het mogelijk om bewegingsprogramma's aan te passen aan veranderende omstandigheden. Deze verschillende vaardigheden vormen samen coördinatie en beïnvloeden de leren en uitvoering van bewegingen.

  • Het vermogen om te differentiëren
  • Het vermogen om te oriënteren
  • Het vermogen om te balanceren
  • Het vermogen om te reageren
  • Het vermogen om te ritmiseren
  • Het koppelingsvermogen
  • Het aanpassingsvermogen.

Coördinatiemeting

Zoals eerder vermeld, is coördinatie moeilijk te meten en wetenschappelijk te bewijzen. Indicatoren voor coördinatie zijn daarom precisie, of liever de precisie van beweging, en economie, of liever de economie van beweging. De economie houdt zich bezig met de economie van beweging.

Het doel is om de best mogelijke resultaten te behalen door spaarzaam om te gaan met middelen. Om coördinatie te meten zijn verschillende methoden gebruikt en ontwikkeld. elektromyografie is een methode waarmee de kleinste spanningen en spanningsschommelingen in de spier kunnen worden gemeten.

Met deze methode een interactie tussen het centrale zenuwstelsel en de spier kan worden gedetecteerd. Daarnaast zijn er een aantal sportmotortesten om de algemene coördinatie te bepalen. Als voorbeeld wordt hier het “Wiener Koordinatiesparcours” van 1976 gepresenteerd.

Het bestaat uit acht taken: Deze test is het meest geschikt voor jonge volwassenen en omvat coördinatie onder tijdsdruk en precisie-eisen. Het parcours wordt tweemaal op tijd gelopen en de snellere poging wordt gescoord. 35 seconden voor mannen en 38 seconden voor vrouwen zijn de minimumvereisten die bereikt moeten worden.

  • Rol achteruit en rol vooruit
  • 1rotatie rond de lengteas van het lichaam
  • Balanceren op lange bank
  • Ren achteruit door twee markeringen
  • Slalomrollen van een medicijnbal
  • Cross jump combinaties
  • Winkelwagen hoppen
  • Obstakel klimmen op de tralies