Diagnostiek | Ebola

Diagnostiek

Om een ​​infectie met de Ebola virus zonder twijfel, is het niet voldoende om de klinische te beoordelen voorwaarde van de patiënt, aangezien de presentatie sterk kan lijken op infecties met andere hemorragische aandoeningen virussen. Om de diagnose te bevestigen is bijvoorbeeld lichaamsafscheiding van de zieke patiënt nodig speeksel, urine of bloed. Dit moet worden onderzocht in een laboratorium met hoge veiligheidsniveau 4 onder de hoogste veiligheidsmaatregelen.

Daar wordt een PCR (Polymerase Chain Reaction) uitgevoerd, waarmee het virus-RNA in de lichaamsafscheiding van de patiënt kan worden geïdentificeerd. Tegelijkertijd onderzoeken de tests ook andere, vergelijkbaar voortschrijdende ziekten, zoals malaria, Marburg koorts, knokkelkoorts of Lassa-koorts. Een alternatieve diagnostische methode voor PCR is het kweken van het virus op speciale kweekmedia. Daar groeit het virus in een karakteristieke draadachtige vorm die onder een elektronenmicroscoop kan worden gedetecteerd.

Therapie

Tot nu toe is er geen causale therapie beschikbaar voor de behandeling van Ebola koorts. De behandeling is daarom beperkt tot het verlichten van de symptomen en het verminderen van het beloop van de ziekte. Patiënten moeten intensieve medische zorg krijgen.

De koorts wordt verlaagd en patiënten krijgen elektrolyt- en glucoseoplossingen om het vocht- en elektrolytverlies te compenseren. Antivirale middelen hebben nog geen effect aangetoond. Essentieel bij de behandeling van patiënten is hun isolatie en afscherming tegen andere patiënten en het behandelende personeel.

De patiëntenkamer wordt alleen betreden in speciale beschermende kleding. Onbeschermd contact met lichaamssappen en uitwerpselen van de patiënt brengen een hoog infectierisico met zich mee en moeten onder alle omstandigheden worden vermeden. Dienovereenkomstig worden patiënten die in Duitsland worden behandeld, in speciale isolatie-eenheden geplaatst die zijn uitgerust voor de behandeling van zeer besmettelijke patiënten.

Er wordt intensief onderzoek gedaan naar een causale therapie tegen Ebola koorts. Op proefbasis is bij zieke personen al een nog niet goedgekeurd antilichaam tegen het ebolavirus gebruikt, wat bij sommige patiënten tot een verbetering leidde, maar bij andere tot geen verandering in de ziektetoestand. Over het algemeen is het sterftecijfer onder ebolapatiënten erg hoog.

Helaas is het hoge sterftecijfer ook te wijten aan slechte medische zorg en hygiëne in de epidemiegebieden. Als het lichaam zich vormt antilichamen tegen het ebolavirus tijdens de ziekte kan de ziekte worden overleefd. Voorwaarde om te overleven zonder gevolgschade is echter dat de bloeding onder controle is en bloed transfusies en vloeistofinfusies worden gegeven.

Zonder deze intensieve behandeling treden zeer vaak bloedsomloop- en orgaanfalen op. Als echter kan worden voorkomen dat tijdens de ziekte organen meer schade oplopen, kan een volledige genezing worden bereikt. Als organen echter beschadigd raken door circulatiestoornissen, kunnen er langdurige gevolgen optreden, bijvoorbeeld nieren die onvoldoende zijn voorzien van bloed kunnen beperkt zijn in hun functie of volledig mislukken.

Deze complicatie vereist dialyse of een donororgaan na de infectie. Er wordt al jaren intensief onderzoek gedaan om een ​​vaccin tegen ebolakoorts te ontwikkelen. Sinds september 2014 wordt een in de VS ontwikkeld vaccin voor het eerst getest op gezonde proefpersonen.

In dit vaccin werd een chimpanseevirus versmolten met een deeltje van een ebolavirus. Het organisme van de proefpersonen wordt verondersteld zich te vormen antilichamen tegen dit ebolavirusdeeltje. Een ander vaccin uit Canada bevindt zich nu ook in de testfase bij mensen na succesvolle testen op apen.

Met name door de grote uitbraak van ebolakoorts in 2015 is het onderzoek naar een vaccin door de grote vraag enorm vooruitgeschoven. Experimentele vaccins zijn al op proef ter beschikking gesteld van de WHO.