Cardiogene shock

Cardiogeen schokken (CS; synoniemen: cardiale shock; cardiorespiratoire collaps; cardiovasculaire shock; ICD-10-GM R57.0: Cardiogenic schokken) is een vorm van shock veroorzaakt door pompstoring van de hart-​ Dit resulteert in het hart- niet langer in staat zijn om het vereiste hartminuutvolume (CV) te leveren.

Hemodynamisch (“vloeistofmechanica van bloed"), schokken wordt gedefinieerd als aanhoudende systolische bloeddruk <80 mmHg of arterieel gemiddelde <60 mmHg.

De meest voorkomende triggers van cardiogene shock (CS) bij een myocardinfarct (MI; hart- aanval) (= infarctgerelateerde cardiogene shock; IkS) blijven staan hartfalen (onvoldoende pompcapaciteit van het linker hart) (78.5%), mitralisinsufficiëntie (onvermogen van de mitralisklep te sluiten tussen de linker atrium en linker hartkamer/ hartkamer) (6.9%), ventriculaire septumruptuur (ernstige complicatie van acuut myocardinfarct) (3.9%), rechts hartfalen (onvoldoende pompen van het rechterhart) (2.8%), harttamponnade (ophoping van vocht in de hartzakje) (1.4%), en andere (6.7%).

Voor zover een myocardinfarct is voorafgegaan, dient de diagnose "infarctgerelateerde cardiogene shock" te worden gesteld op basis van klinische symptomen en niet-invasieve hemodynamische metingen.

De prevalentie (ziekte-incidentie) van myocardinfarct (MI) met cardiogene shock (CS) is ongeveer 10%.

Het beloop en de prognose zijn afhankelijk van de ernst van de cardiogene shock. 5-10% van alle myocardinfarctpatiënten in 1975-2005 leed acuut of in de eerste dagen aan cardiogene shock, waarbij 50-80% overleed. Tegenwoordig is voor patiënten met een acuut myocardinfarct met ST-segmentstijging (STEMI) die in het ziekenhuis worden opgenomen, de letaliteit (mortaliteit ten opzichte van het totale aantal mensen dat aan de ziekte lijdt) slechts 10%. Bij een myocardinfarct (MI) met cardiogene shock (CS), dat samen in ongeveer 10% van de gevallen voorkomt, is de letaliteit met 50% nog steeds erg hoog.