Ademhalingssysteem (J00-J99)
- Allergische rhinitis - veroorzaakt door allergenen zoals pollen of huisstofmijt.
- Endocriene rhinitis - bijvoorbeeld tijdens hormonale veranderingen in zwangerschap of bij het nemen hormonale medicijnen gedurende menopauze.
- Hyperreflectieve rhinitis - veroorzaakt door een verstoorde functie van het autonome zenuwstelsel.
- Idiopathische rhinitis - rhinitis met onbekende oorzaak.
- Postinfectieuze rhinitis - na virale of bacteriële infecties.
- Rhinitis atrophicans - ontsteking als gevolg van de vernietiging van de slijmvlies na een operatie of letsel.
- Rhinitis bij rhinoliths - rhinitis bij neusstenen.
- Rhinitis sicca anterior - ontsteking in het voorste deel van de neus-.
- Giftig-irriterende rhinitis - veroorzaakt door chemicaliën zoals chloor of sigarettenrook.
- Niet-specifieke granulomateuze rhinitis - rhinitis met knobbeltjes als gevolg van ontsteking.
Bloed, hematopoietische organen - immuunsysteem (D50-D90).
- Sarcoïdose (synoniemen: de ziekte van Boeck; de ziekte van Schaumann-Besnier) - systemische ziekte van bindweefsel Met granuloom formatie (huid, longen en weefselvocht knooppunten).
Infectieuze en parasitaire ziekten (A00-B99).
- Tropische ziekten - zoals lepra or leishmaniasis.
- Syphilis - seksueel overdraagbare infectieziekte.
- Tuberculose (consumptie)
Neoplasmata - tumorziekten (C00-D48)
- Rhinitis geassocieerd met tumoren van de neusholte.
Geneesmiddel
- Rhinitis medicamentosa - veroorzaakt door medicijnen of actieve ingrediënten zoals:
- Antihypertensiva (Bv captopril, enalapril).
- antihistaminica (bijv. cetirizine).
- Alfablokkers (stimulatie van α-receptoren leidend tot vasoconstrictie (vasoconstrictie)).
- Decongestivum neussprays of druppels (α-sympathicomimetica bv xylometazoline, oxymetazoline, nafazoline or fenylefrine).
- Calcium antagonisten (calciumantagonisten).
- Psychotrope geneesmiddelen (bijv. amitryptiline)
- Sympathicomimetica (Er bestaan middelen die bij voorkeur werken op α-receptoren, op β-receptoren of op beide typen receptoren; middelen die ook β-receptoren stimuleren, induceren vasodilatatie (vasodilatatie)).