Tumorstadium en verspreiding | Longkankerprognose

Tumorstadium en verspreiding

Tumoren hebben de neiging zich te verspreiden en verder te vormen metastasen. Ze verspreidden zich naar de omgeving weefselvocht knooppunten of via de bloed naar verre organen. Bij patiënten met long kanker, metastasen zijn voornamelijk te vinden in de omgeving weefselvocht knooppunten van de thorax en in de lever, hersenen, bijnieren en skelet, vooral in de wervelkolom.

Op basis van de al dan niet bestaande besmetting kunnen verschillende stadia (= stadiëring) worden bepaald, die allemaal een andere prognose hebben en ook anders worden behandeld. Kleine cel long kanker kan worden onderverdeeld in 2 fasen: Omdat de tumor sneller en agressiever groeit dan een niet-kleine cel long tumor, dit type longkanker heeft de slechtere prognose. Het groeit erg snel, wat vroege opsporing moeilijk maakt.

Bovendien wordt de prognose verslechterd door een vroege verspreiding met de vorming van metastasen. Als de tumor echter in een beperkt stadium wordt ontdekt, chemotherapie kan in 5-10% van de gevallen genezing bewerkstelligen. Deze metastasen ontstaan ​​vaak voordat de longtumor wordt ontdekt.

Om deze reden bevinden veel tumoren zich op het moment van diagnose vaak al buiten het beperkte stadium en kunnen ze niet worden behandeld met het oog op genezing. Mogelijke therapieën kunnen alleen worden toegepast met als doel het leven te verlengen en de kwaliteit van leven te behouden. Niet-kleincellige longtumoren groeien doorgaans langzamer en ontwikkelen later metastasen. Hun prognose is daarom significant beter dan die van kleincellige longtumoren.

Aan de hand van 3 parameters worden de verschillende fasen onderscheiden en bepaald. De bijbehorende classificatie is de zogenaamde TNM-classificatie. Deze classificatie geeft informatie over de prognose en bepaalt ook de therapie.

Over het algemeen verslechtert de prognose naarmate de tumor vordert, dwz wanneer de numerieke waarde van de TNM-classificatie toeneemt. Voor een tumor zonder weefselvocht betrokkenheid van de knooppunten en metastasen op afstand (T0M0N0), het 5-jaars overlevingspercentage wordt gegeven als 60%. Als de tumor blijft groeien (T2N0M0), neemt het overlevingspercentage na 40 jaar af tot 5%.

Zodra een aangetaste lymfeklier aan dezelfde kant als de longtumor wordt toegevoegd (T1 / 2N1M0) neemt deze kans af tot 20%.

  • Beperkt en
  • Onbeperkt / verlengd (= onbeperkt) stadium (= ziekte).
  • Betekent de grootte en omvang van de tumor van de long. Getallen worden toegewezen van T1 (tumor <3 cm) tot T4 (tumor met infiltratie van andere omliggende structuren).
  • Nummer de extensie naar de omgeving lymfeklieren. N0 (nr lymfeklieren getroffen) naar N3 (verschillende lymfekliergebieden in de borst getroffen).
  • De M geeft informatie over de aanwezigheid van metastasen op afstand (voornamelijk hersenen, lever, bijnieren, skelet). Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen M0 (geen metastasen op afstand) en M1 (metastasen op afstand aanwezig).