Trombocytose bij kanker | Trombocytose

Trombocytose bij kanker

In het kader van een kanker ziekte, is er meestal ook een toename van het aantal trombocyten. Dit is een teken dat het lichaam actie onderneemt tegen de kanker en het proberen te bestrijden. Zeker in de context van chemotherapiekan een overeenkomstige stijging worden verwacht.

Trombocytose na een operatie

Na een operatie is er vaak een toename van het aantal bloedplaatjes in de bloed. De bloedplaatjes zijn verantwoordelijk voor bloed stolling. Ze zorgen ervoor dat wonden worden gesloten door de vorming van een bloed stollen.

Omdat bij elke operatie een min of meer grote wond ontstaat, is er meer werk aan het bloed nodig bloedplaatjes​ Niet alleen de plek waar de huid werd opengesneden, vereist hemostase en weefselherstel, maar ook de inwendige wonden, die in grootte variëren afhankelijk van de operatie. Trombocytose na een operatie is dus volkomen normaal en laat alleen zien dat het lichaam reageert op prikkels van buitenaf. Bij grotere operaties neemt het aantal trombocyten in het bloed meer toe dan bij kleinere operaties.

Therapie van trombocytose

Sinds trombocytose heeft vaak onschadelijke oorzaken, vereist meestal geen speciale therapie en het aantal bloedplaatjes wordt vanzelf weer normaal. Dit geldt bijvoorbeeld voor een verhoogde waarde door verhoogde fysieke belasting. Zelfs in zwangerschap, trombocytose is vaak een toevallige bevinding, aangezien het geen symptomen veroorzaakt.

Het is meestal te wijten aan een ijzertekort en therapie met een ijzerpreparaat leidt tot normalisatie van het aantal bloedplaatjes. In het geval van een infectie of ontsteking moet de onderliggende ziekte worden behandeld en moet het aantal bloedplaatjes worden verlaagd. Omdat trombocytose het risico op tromboseis het belangrijk dat de arts medicatie voorschrijft om het bloed te verdunnen bij hoogrisicopatiënten.

Als er sprake is van primaire trombocytose, dwz een kwaadaardige ziekte, moet een geschikte therapie worden gestart, afhankelijk van het risico van de patiënt. Bij jonge patiënten (jonger dan 60 jaar) die geen symptomen hebben en een relatief hoog aantal bloedplaatjes, regelmatige controles en trombose kousen zijn voldoende. Veel bewegen en afvallen wordt ook aanbevolen. Als de patiënten ook een ziekte hebben van de cardiovasculair systeem of een verhoogd risico op trombose, moeten ze bloedverdunnende medicijnen gaan slikken. Chemotherapie moet worden gestart bij patiënten die ouder zijn dan 60 jaar, die hevig bloeden of een zeer hoog aantal bloedplaatjes hebben (meer dan 1.5 miljoen per microliter).