Triazolen: effecten, gebruik en risico's

Triazolen zijn speciale chemische verbindingen die worden gekenmerkt door een ringvormige structuur. Alle triazolen hebben altijd de chemische molecuulformule C2H3N3. Deze formule geeft aan dat triazolen zijn samengesteld uit vijf atomen. Elk afzonderlijk molecuul bestaat uit twee carbon atomen en drie stikstof atomen.

Wat zijn triazolen?

Triazolen zijn meestal aromatische verbindingen die heterocyclisch zijn en bestaan ​​uit een ring met vijf atomen. Deze ring is samengesteld uit carbon en stikstof atomen. Vanuit chemisch oogpunt bestaan ​​triazolen in twee verschillende isomere vormen. Enerzijds zijn er de zogenaamde 1,2,3-triazolen, anderzijds de 1,2,4-triazolen. Afhankelijk van hoe de stikstof atomen in het triazool zijn gerangschikt in de heteroaromatische vijfledige ring, er bestaan ​​twee isomere triazolen. Deze bestaan ​​in twee zogenaamde tautomere vormen. Het enige verschil tussen deze vormen is de lokalisatie van het stikstofatoom in de ring. EEN waterstof atoom bindt op zijn beurt aan dit stikstofatoom. In wezen moet worden opgemerkt dat 1,2,3-triazolen in twee verschillende tautomere vormen kunnen voorkomen, de 1H-1,2,3-triazolen of de 2H-1,2,3-triazolen. Evenzo komen 1,2,4-triazolen voor in zowel 1H-1,2,4-triazolen als 4H-1,2,4-triazolen. Vanuit farmacologisch oogpunt zijn triazolen een aparte categorie binnen antischimmelmiddelen. antischimmelmiddelen zijn speciale middelen die effectief zijn tegen schimmels. De zogenaamde triazol antischimmelmiddelen omvatten bijvoorbeeld de actieve ingrediënten fluconazol, itraconazol, posaconazol, en voriconazol.

Farmacologische werking

In feite zijn triazolen antischimmelmiddelen. Om het werkingsmechanisme van triazolen te begrijpen, is het daarom essentieel om de structuur van schimmels nader te bekijken. De celwand van schimmels is samengesteld uit zogenaamde polysacchariden en de stof chitine. Chitine komt niet alleen voor in schimmels, maar speelt ook een centrale rol in de structuur van insectenschilden. Binnen de celwand van schimmels zit een celmembraan, waarvan het belangrijkste deel bestaat uit de stof ergosterol. In dit opzicht verschillen de celmembranen van schimmels van menselijke membranen. In menselijke cellen, de stof cholesterol is in plaats daarvan aanwezig. Schimmels maken zelf de belangrijke stof ergosterol aan voor de opbouw van hun celmembranen. De productie vindt stapsgewijs plaats op basis van de stof squaleen. Alle moderne actieve stoffen en drugs tegen schimmels de vorming van de stof ergosterol aantasten. Net als de triazolen remmen ook de imidazolen de derde fase van de aanmaak van ergosterol. Daartoe blokkeren de twee actieve ingrediënten het enzym dat nodig is voor de omzetting. Hierdoor worden in plaats van ergosterol andere bouwmaterialen geproduceerd. Deze defecte stoffen verstoren de metabolische processen die nodig zijn voor de voortplanting van schimmels. Daarom wordt gezegd dat de triazolen een fungistatisch of reproductie-remmend effect hebben. Bepaalde triazolen leiden aan het feit dat de bouwmaterialen van de paddenstoelen sterk veranderd zijn. Dit betekent dat de schimmelmembranen niet meer goed kunnen worden opgebouwd. Als gevolg hiervan lekt het celinterieur naar buiten, wat leidt tot de dood van de schimmel. Om deze reden hebben sommige triazolen ook een fungicide of dodende werking. Een typische vertegenwoordiger van deze groep is het actieve ingrediënt fluconazol, heeft in de meeste gevallen een fungistatisch effect bij therapeutische doses. Bij hogere doses vertoont het echter ook fungicide effecten bij sommige organismen. De stof verstoort het omzettingsproces van lanosterol in het molecuul ergosterol. Als gevolg hiervan treden defecten op in de celmembranen van de schimmelcellen. In menselijke cellen daarentegen is het effect van fluconazol is veel zwakker. Fluconazol wordt in principe gekenmerkt door een relatief breed werkingsspectrum. In de eerste plaats is de stof effectief tegen pathogene schimmels, bijvoorbeeld Candida, Epidermophyton, Histoplasma capsulatum, Cryptococcus neoformans of Microsporum.

Medische toepassing en gebruik

Triazolen worden in veel verschillende toepassingen gebruikt. Er worden talloze derivaten gebruikt als drugs, vooral als antischimmelmiddelen. Algemeen gebruikt drugs omvatten fluconazol en itraconazol​ Behalve in de geneeskunde worden triazolen bijvoorbeeld ook gebruikt als bestrijdingsmiddel, ook hier profiteren ze van hun fungicide werking. Typische middelen zijn bijvoorbeeld cyproconazol, epoxiconazol, hexaconazol, tebuconazol en triadimenol. Er bestaan ​​enkele plantenziekten voor de bestrijding waarvan alleen triazolen mogen worden gebruikt. In het kader van medisch gebruik van triazol-antischimmelmiddelen is zowel lokale als systemische toepassing mogelijk. Antischimmelmiddelen die systemisch worden toegepast, vereisen echter veel aandacht voor de mogelijke bijwerkingen. Het antischimmelmiddel fluconazol wordt bijvoorbeeld gebruikt in zowel topische als systemische therapie van verschillende schimmelinfecties, zoals mucosale candidiasis, systemische schimmelinfecties en ernstige mucocutane schimmelinfecties.

Risico's en bijwerkingen

In de loop van zijn verschillende mogelijke bijwerkingen en ongemakken mogelijk therapie met triazolen, die variëren afhankelijk van het individuele geval. Bijvoorbeeld, misselijkheid en braken en jeuk van de huid komen soms voor. In aanvulling op, lever functiestoornissen komen soms voor. Daarnaast verkleurt de urine soms tijdens de behandeling. Als er tijdens of na bijwerkingen of andere klachten optreden therapie Bij triazolen moet onmiddellijk een arts worden geraadpleegd en moet het medicijn indien nodig worden stopgezet.