Therapie van schizofrenie

Introductie

Schizofrenie is een vorm van psychose waarin enerzijds zintuiglijke waarneming kan worden verstoord en hallucinaties kan voorkomen, en aan de andere kant kan het denken zelf ernstig worden verstoord. Het verwerken van percepties kan bijvoorbeeld leiden tot waanvoorstellingen. Al met al verliezen mensen in een psychotische toestand geleidelijk het contact met de werkelijkheid en daarmee met hun leven. Er zijn verschillende medicijnen en psychotherapeutische benaderingen beschikbaar voor de behandeling van schizofrenie, die meestal leiden tot een verzwakking of verlichting van de symptomen.

Therapie

Moderne therapie voor schizofrenie houdt rekening met de verschillende causale benaderingen van de ontwikkeling ervan. Zo wordt onderscheid gemaakt tussen medicamenteuze (farmacologische) therapie en zogenaamde sociale therapie. Een therapie moet altijd worden gestart en gecontroleerd door een psychiater.

Aangezien schizofrenie een potentieel levensbedreigende ziekte is, is medicatie essentieel voor de behandeling. De verzamelnaam van medicatie voor de behandeling van schizofrene symptomen is neuroleptica. Naast het behandelen van de acute ziekte, neuroleptica beschermen ook tegen terugval in de ziekte.

neuroleptica zijn bij veel patiënten buitengewoon onpopulaire medicijnen omdat ze een aantal bijwerkingen kunnen hebben. Neuroleptica zijn onderverdeeld in krachtige, middelmatige en zwakke (potente = effectieve) geneesmiddelen. Hoe krachtiger de neuroleptica, hoe groter het antipsychotische effect (maar ook de bijwerking).

Het is niet ongebruikelijk dat patiënten weigeren tabletten in te nemen vanwege te sterke bijwerkingen, waardoor ze het risico lopen regelmatig terug te vallen en gedwongen ziekenhuisopname. Voor dergelijke patiënten zijn zogenaamde depotmedicijnen geschikt, die via injectie worden toegediend en waarvan het effect enkele weken kan aanhouden. Over het algemeen wordt aanbevolen dat schizofrene patiënten gedurende een periode van 3-5 jaar medicatie innemen om de best mogelijke bescherming tegen terugval te hebben.

Naast de neuroleptica kunnen andere groepen geneesmiddelen worden gebruikt voor de behandeling. Omdat neuroleptica meestal pas na dagen tot weken werken, wordt de benzodiazepinegroep (bijv. Valium) gebruikt om de patiënt snel te verlichten. Echter, benzodiazepines zijn niet geschikt voor langdurige behandeling, aangezien ze bij continu gebruik verslavend zijn. tevens de antidepressivum groep wordt gebruikt voor Depressie, wat samen kan gaan met schizofrenie. Daarnaast worden verschillende geneesmiddelen uit de groep van zogenaamde anti-epileptica gebruikt om terugval te voorkomen.