Therapie | Retropatellaire artrose

Therapie

De behandeling van retropatellair artrose bestaat uit meerdere kolommen. Medicamenteuze therapie met symptomen wordt meestal uitgevoerd met de stofgroep NSAR ("niet-steroïde antireumatische geneesmiddelen"). De NSAR is effectief tegen pijn (pijnstillend), evenals tegen ontstekingen (antiflogistisch) en temperatuurverhoging (koortswerend).

Dus een pijn en ontstekingsremmende therapie kan gewoonlijk leiden tot verlichting van symptomen door puur medicinale middelen. EEN cortisone injectie in het gewricht kan een andere medicijnmaatregel zijn. Andere stoffen die kunnen worden geïnjecteerd zijn hyaluronzuur of glycosamine glycaan, dat een belangrijk onderdeel is van de gewrichtsvloeistof.

Hoewel de kraakbeen schade is niet omkeerbaar, het afbraakproces kan stagneren. Als alternatief voor medicamenteuze therapie is het dragen van een kniebrace vaak nuttig. Als deze conservatieve therapie-benaderingen niet succesvol zijn, kan een chirurgische ingreep nodig zijn, afhankelijk van het stadium en de ernst van de symptomen.

Voor elke operatie een joint endoscopie (artroscopie) wordt uitgevoerd om de slijtage en de stroom te beoordelen voorwaarde. Op dit punt kan al een interventie worden uitgevoerd en kraakbeen de groei kan worden bevorderd in de loop van een zogenaamde abrasiechondroplastiek. De procedure omvat het schrapen van het oppervlak van de kraakbeen zodat het daarna glad is.

Dit stimuleert het kraakbeen om nieuw kraakbeen te vormen. Retropatellair artrose kan ook zo geavanceerd zijn dat het gebruik van een prothese geïndiceerd is. Het ingebrachte implantaat moet leiden tot vrijheid van pijn en de progressie van de retropatellair voorkomen artrose.

Afhankelijk van de mate van slijtage kan er gekozen worden tussen verschillende “partiële kunstgebit“. Enerzijds is alleen het gebied van de dij bot, dwz het dijbeen, kan worden voorzien van een implantaat. Aan de andere kant kunnen beide articulerende onderdelen van het femoropatellaire gewricht, namelijk de achterkant van de patella en het femur, worden vervangen door een implantaat.

De beslissing wordt in elk geval afzonderlijk genomen. Het dragen van een kniebrace kan nuttig zijn als profylaxe en revalidatie. De functie van een verband is heel divers.

Op het gebied van retropatella artrose, aspecten zoals de massage functie, vermindering van pijn en irritatie, bevordering van het genezingsproces, verlichting en stabiliteit zijn relevant. EEN massage functie wordt verzorgd door het geïntegreerde drukkussen, een zogenaamde elastische pad. Het kussen vervult ook de functie van het op zijn plaats houden van de patella wanneer het verband wordt gedragen, zodat het niet kan verschuiven.

Een vermindering van pijn en irritatie kan worden bereikt door de verlichting en massage functie. De bandages van tegenwoordig zijn zeer elastisch ondanks het feit dat ze hun ondersteunende functie behouden en de mobiliteit tijdens het dragen niet beperken. In de regel zijn het ademende materialen met overeenkomstige verwerking van de randen, zodat het verband niet als onaangenaam wordt ervaren tijdens sportactiviteiten en geen drukpunten achterlaat. Aangezien verbanden over het algemeen als orthopedisch worden beschouwd. AIDSkunnen patiënten meestal zowel particulier als wettelijk vergoed worden volksgezondheid verzekeringsmaatschappijen.