Symptomen | Compartimentsyndroom (lodge-syndroom)

Symptomen

Het compartimentsyndroom wordt soms gekenmerkt door ernstig brandend pijnzwelling van zacht weefsel, een duidelijke verharding van de spieren in de aangedane loge en pijn tijdens passieve bewegingen veroorzaakt door een gebrek aan bloed Deze eerste symptomen worden snel gevolgd door gevoelige en motorische gebreken in het getroffen gebied. Ook kan worden opgemerkt dat de huid over de dozen strak is en reflecteert. De pulsen op de voeten worden echter meestal vastgehouden en zijn geen zeker teken tegen het compartimentsyndroom. De teennagel druktest als teken van gecompromitteerd capillair bloed flow is ook geen geldige indicator.

Diagnostiek

Naast de hierboven beschreven opvallende symptomen is een doorslaggevend middel om een ​​diagnose te stellen de drukmeting in het weefsel. Hier worden sensoren in het opvallende weefsel gestoken en wordt de druk gemeten. Dit kan eenmalig of continu worden gedaan.

De normale druk in een gezond compartiment is minder dan 5 mmHg, maar in een manifest compartimentsyndroom loopt deze op tot 30-40 mmHg. Doorslaggevend hierbij is de perfusiedruk van het weefsel, die het gevolg is van de arteriële gemiddelde druk en de druk in het bedreigde compartiment. Als de perfusiedruk onder 30 mmHg daalt, zal de spier waarschijnlijk afsterven als gevolg van onvoldoende bloed levering.

Als er een vermoeden bestaat dat het compartimentsyndroom aanwezig is, kan de heersende druk in de spierlong worden gemeten met een speciaal apparaat met een sonde van buitenaf (intracompartimentele drukmeting). Er kan een enkele meting of een continue meting worden uitgevoerd om het verloop van de ziekte te volgen. Er zijn echter geen duidelijke grenzen die de beslissing voor of tegen een operatie rechtvaardigen. Uiteindelijk beslist de behandelende arts individueel, op basis van de klinische beoordeling en alle beschikbare bevindingen, of en wanneer er sprake is van een compartimentsyndroom dat moet worden behandeld. De drukmeting dient alleen als hulpmiddel en om onderscheid te maken tussen andere ziektebeelden die de oorzaak kunnen zijn van de symptomen (bijvoorbeeld ontsteking of trombose).