De teennagel

Definitie

De nagel (ook: nagelplaat) is de naam die wordt gegeven aan de doorschijnende tot witachtige plaatjes van het proteïne keratine, die op de vingertoppen als vingernagels en op de toppen van de tenen als teennagels in mensen. Een teennagel bestaat uit ongeveer 100 tot 150 lagen op elkaar geplaatste hoornvliescellen, dwz cellen die feitelijk de reeds dode cellen van de epidermis vertegenwoordigen. De dikte van een spijker varieert sterk van persoon tot persoon, variërend van ongeveer 0.05 mm voor baby's tot 0.75 mm voor sommige volwassenen. Bij gezonde mensen groeit een teennagel gemiddeld 0.5 tot 1.2 mm per week, maar met de leeftijd, na verwondingen en bij sommige ziekten kan dit percentage afnemen.

Nagelreconstructie

De structuur van een nagel is erg complex. Het gebied waar de overgang tussen de normale huid en de teennagel zich bevindt, wordt de nagelzak genoemd. Aan de basis van deze nagelzak ligt de zogenaamde nagelwortel, waaruit de hoornplaten, die uiteindelijk de eigenlijke teennagel voorstellen, worden gevormd.

De substantie van de nagelplaat wordt geleverd door de zogenaamde matrix, die aan de oorsprong van de nagel vaak herkenbaar is als een heldere halve maan en ook wel nagemaan of lunula wordt genoemd. Onder de nagelplaat ligt de bindweefsel nagelbed, waarmee stevig is versmolten het periosteum van het onderliggende bot. Aan de zijkanten zijn de nagels omgeven door een huidplooi, die nagelwand of nagelvouw wordt genoemd.

Dit bedekt de onzichtbare delen van de teennagel en zorgt ervoor dat de teennagel wordt vastgehouden en beschermd tegen laterale scheuren, wat erg pijnlijk kan zijn. Het zichtbare deel van de huid, dat direct is verbonden met de nagelwand en bovenop de nagelplaat ligt, wordt cuticula genoemd. De teennagel zelf bestaat uiteindelijk alleen uit dood materiaal, daarom bevat hij geen van beide bloed schepen noch zenuwcellen.

Daarom hebben we geen gevoel of pijn in de teennagel zelf. Het deel van de huid op de vingertop of de punt van de teen, die helemaal vooraan zit en die als het ware onder de nagel trekt, is zeer dicht bedekt met sensorische cellen. Hierdoor kunnen de nagels hun belangrijke functie voor de tastzin vervullen. De functie van de nagels is om de vingertoppen te beschermen en (vooral in het geval van de vingers) om de grip te ondersteunen, waarvoor een duidelijk tastgevoel nodig is.