Schizofrenie - Deze medicijnen worden gebruikt!

Introductie

Het klinische beeld van schizofrenie mag niet worden onderschat. Zodra de diagnose is gesteld, moet deze onmiddellijk worden behandeld, omdat de eerdere schizofrenie wordt behandeld, hoe beter het effect op het verdere verloop van de behandeling. In het volgende, de medicamenteuze therapie voor schizofrenie in het bijzonder zal worden besproken. Voor algemene informatie adviseren wij onze pagina over: Therapie van schizofrenie

Overzicht

De belangrijkste medicijnen die worden gebruikt om schizofrenie te behandelen, zijn antipsychotica (voorheen neuroleptica) Benzodiazepines (speciale kalmerende middelen) Antidepressiva Alternatieve middelen kunnen worden gebruikt als een aanvullen, bijv. homeopathische middelen Kruidengeneesmiddelen Andere, bijv. slaappillen

  • Antipsychotica (voorheen neuroleptica)
  • Benzodiazepines (speciale kalmerende middelen)
  • Antidepressiva
  • Homeopathische middelen
  • Kruiden medicijnen
  • Overig, bijv. Slaappillen

Wat zijn neuroleptica?

neuroleptica is een verouderde term voor de groep antipsychotica. Dit zijn medicijnen die tussenkomen in de signaaloverdracht via boodschappersubstanties in de hersenen​ Ze binden zich aan receptoren voor deze boodschappersubstanties en verminderen hun effect, zodat de hersenen is ingetogen in figuurlijke zin en typische schizofreniesymptomen zoals waanvoorstellingen nemen af.

De oudere en zogenaamde typische antipsychotica, zoals haloperidol, werken voornamelijk door de receptor voor dopamine​ Ze zijn zeer effectief, zelfs in kleine doses. Helaas leiden deze stoffen bij veel patiënten tot ernstige bijwerkingen, vooral tot problemen met motorische vaardigheden, dwz spierbewegingen.

Bij ernstige schizofrenie zijn de typische antipsychotica nog steeds het favoriete medicijn vanwege hun goede effect. De nieuwere en zogenaamde atypische antipsychotica, bijv Risperidon, werken op meerdere receptoren tegelijkertijd, maar minder sterk, zodat de bijwerkingen ook minder uitgesproken zijn. Ze worden daarom gebruikt voor mildere vormen van schizofrene stoornissen en kunnen typische antipsychotica zelfs in ernstigere gevallen vervangen door een goede gelijktijdige therapie.

Risperidon is een zogenaamd atypisch antipsychoticum, dwz het werkt niet (alleen) door de boodschappersubstantie te remmen dopamine en veroorzaakt daarom minder vaak motorische stoornissen als bijwerking. Het verdient daarom indien mogelijk de voorkeur boven de typische antipsychotica. Niettemin, zelfs onder Risperidonmotorische beperkingen kunnen optreden in de context van extrapiramidale motorische stoornissen (EPS) en andere bijwerkingen en patiënten moeten daarom nauwlettend worden gevolgd.