Retentie: functie, taken, rol en ziekten

De remanentie is direct gerelateerd aan geheugen en, dienovereenkomstig, de mogelijkheid om ontvangen informatie op te slaan en, afhankelijk van de behoefte, deze op te halen. De terughoudendheid van een persoon hangt af van vele factoren die hem of haar beïnvloeden geheugen capaciteit. Dat zijn gedrag, stemming, alertheid, de emotionele inhoud of het belang van ontvangen informatie, het niveau van opwinding en andere.

Wat is de geheugencapaciteit?

Retentie is direct gerelateerd aan geheugen en dienovereenkomstig is de mogelijkheid om ontvangen informatie op te slaan en, indien nodig, op te halen. Geheugen bestaat uit een korte- en een langetermijngeheugen. Beiden hebben invloed op het vermogen tot herinneren en herinneren, waarbij het kortetermijngeheugen verantwoordelijk is voor het vermogen tot herinneren. Vanuit filosofisch oogpunt is memorabiliteit een mentaal proces dat inhoud in het geheugen opslaat door middel van synthese. Volgens Plato, dit hersenen macht wordt opgevat als een idee, en Kant spreekt in zijn geschriften over een complexe, systematische eenheid door middel van mentale synthese. Het vermogen om te onthouden is daarbij iets anders dan het vermogen om te onthouden. Beide condities vormen functies van het geheugen en dienen voornamelijk ter oriëntatie. Als er zich storingen voordoen, bijvoorbeeld gaat het vermogen om te onthouden of te onthouden verloren, wordt ook de oriëntatie verstoord, vindt de persoon nauwelijks zijn weg in het leven en verliest hij belangrijke uitdrukkingsmogelijkheden. Terwijl onthouden de mogelijkheid gebruikt om inhoud uit het geheugen op te halen, wat wordt gedaan via de zenuwstelsel, het onthouden van inhoud houdt eerder het bewustzijn in, aangezien het vermogen zelf een mentaal proces is. Informatie wordt bewust opgenomen en opgeslagen in het geheugen om deze op een later tijdstip, getriggerd door een bepaalde situatie of associatie, weer op te halen.

Functie en taak

De functie van de remanentie heeft de mens nodig om de inhoud die hij waarneemt op te slaan om daarop weer terug te kunnen vallen. Precies kon echter niet worden onderzocht tot op de dag van vandaag, waar en hoe de herinnering is ingedeeld in de hersenen​ Er zijn veel theorieën. Hersenen activiteit en gen code-onderzoek blijft in veel opzichten perplex of kan alleen maar vermoeden. Dat er iets in de hersenen gebeurt terwijl de mens de inhoud opslaat en deze door middel van onthouden weer oproept, staat buiten kijf. De natuurwetenschap gaat hierbij uit van neuronale patronen, die zijn opgeslagen op het niveau van de zenuwcellen, die geactiveerd en gedeactiveerd kunnen worden. Als inhoud en informatie worden ingevoerd, spreekt men van terughoudendheid. Als ze worden opgeroepen en opnieuw worden opgenomen, spreken we van geheugencapaciteit. Beide zijn geheugenprocessen en vormen functies van bewustzijn. Vanuit neurobiologisch oogpunt worden neuronale netwerken en patronen gevormd die na langere tijd uit het geheugen kunnen worden opgeroepen. De zenuwstelsel is hiervoor verantwoordelijk. Alle zintuiglijke indrukken worden via de hersenen opgeslagen, zodat een mens bijvoorbeeld tegelijkertijd kan voelen, zien, spreken of horen en dit allemaal tegelijk kan verwerken. Door middel van boodschappersubstanties die bekend staan ​​als neurotransmitters, worden deze impulsen overgedragen via een netwerk van zenuwvezels. Dat de instroom van data via de sensorische kanalen kan worden opgevraagd nadat deze in zenuwcellen is opgeslagen, is gebaseerd op onbewuste processen en bewuste gedachten en kan bijvoorbeeld door associatie gebeuren wanneer bepaalde gebeurtenissen, objecten of ontmoetingen het geheugen stimuleren. Deze opgehaalde inhoud is echter niet identiek aan wat werkelijk werd ervaren, maar slechts een zwakkere uitdrukking ervan.

Ziekten en kwalen

Vooral psychische stoornissen hebben een enorme impact op de remanentie en het geheugen. Het gaat om sterke beperkingen, die zowel functioneel als organisch kunnen zijn. In dementie, er is een organische achteruitgang van de hersengebieden, gebieden veranderen of verliezen substantie, zodat geheugen en remanentie volledig verloren gaan. Uiteindelijk gaan dus alle denkprocessen zelf. Een soortgelijk verlies treedt op bij veranderingen in de hersenen als gevolg van ontsteking, zoals het geval is met multiple sclerose​ Bij neurose daarentegen vindt de verslechtering van het geheugen plaats als gevolg van een psychologisch complex. De functies van het geheugen zijn dus sterk afhankelijk van de functie van de zenuwcellen. Milde tot ernstige remanentieproblemen treden op wanneer informatie na ongeveer 10 minuten verloren gaat en beelden niet worden herkend. Om het herinneringsvermogen te testen en een diagnose te kunnen stellen, worden patiënten geconfronteerd met neutrale informatie in woord en beeld en op deze manier getest. Als de stoornissen mild zijn, kunnen patiënten zich gewoonlijk twee van de drie stukjes informatie herinneren; als ze ernstig zijn, is herinneren en herinneren soms helemaal niet meer mogelijk. De remanente stoornis is niet per se een geheugenstoornis, maar het gebrek aan vermogen om inhoud te herkennen of om nieuwe informatie op te roepen en te reproduceren. Veel getroffen mensen met een remanentie-stoornis hebben niettemin een intact geheugen en kunnen zich inhoud van lang geleden herinneren. Als dit vermogen wordt verstoord, kunnen er niet alleen problemen zijn bij het begrijpen van inhoud, maar kunnen er ook andere problemen ontstaan, zoals het vinden van woorden om zich uit te drukken. Tijdens een gesprek kan de getroffen persoon geen eenvoudige woorden meer onthouden om te gebruiken. Daarom lijkt hij verward, verbijsterd of verstrooid voor degenen om hem heen. Een verminderd geheugen is ook een symptoom van verschillende psychische aandoeningen, waaronder schizofrenie en Depressie, of het is een indicatie van meer medicatiegebruik, drugs or alcohol​ De inhoud van het bewustzijn kan niet meer goed in het geheugen worden opgeslagen, informatie kan niet meer worden herkend. Als er een organisch probleem is, kunnen problemen met de bloedsomloop in de hersenen een verminderd geheugen veroorzaken.