Procedure | Harttransplantatie

Procedure

Patiënten die op de wachtlijst staan ​​voor a hart- transplantatie moet vrijwel altijd beschikbaar zijn, aangezien een donororgaan vaak zeer plotseling beschikbaar is, bijvoorbeeld bij orgaandonoren die het slachtoffer zijn geworden van een ongeval. In dergelijke gevallen is er niet veel tijd meer om het orgel te explanteren en in de ontvanger te implanteren. In de regel mogen er niet meer dan vier uur - maximaal zes - verstrijken tussen de explantatie van de hart- op de donor en implantatie op de ontvanger.

De daadwerkelijke bewerking wordt uitgevoerd met behulp van een hart--long machine, die - zoals de naam al doet vermoeden - de functie van het hart en longen gedurende een korte periode, waardoor de implantatie van het nieuwe hart mogelijk wordt gemaakt. Een klein deel van de boezems van het eigenlijke hart van de patiënt blijft achter, waarmee het nieuwe hart wordt "verbonden". Het nieuwe hart is dan verbonden met de aorta en de long slagader (slagader pulmonalis).

De operatie duurt ongeveer 2 tot 3 uur. Na de operatie wordt de patiënt bewaakt op de intensive care. Kort voor de transplantatiewordt een immunosuppressieve therapie gestart om ervoor te zorgen dat het lichaam van de ontvanger het vreemde hart niet afstoot.

In het begin is het meestal een drievoudige therapie met ciclosporine, prednisolon en een derde immunosuppressivum. De immunosuppressieve therapie moet een leven lang worden voortgezet. Na een paar dagen op de intensive care kan de pas getransplanteerde patiënt meestal worden overgebracht naar een normale afdeling als het verloop van de behandeling vrij is van complicaties. Het is niet ongebruikelijk dat het hart van patiënten die wachten op een harttransplantatie, te zwak is om de wachttijd te overleven. Voor deze patiënten kunnen hartondersteunende systemen, zogenaamde VAD's (ventricle assist devices), worden gebruikt.

Hoe lang duurt een getransplanteerd hart?

Hoe lang een getransplanteerd hart meegaat en hoe lang de levensverwachting daarna is transplantatie verschilt enorm. Drie jaar na a harttransplantatie ongeveer drie van de vier patiënten zijn nog in leven. Na een succesvol transplantatiekan het hart net zo lang meegaan als bij een vergelijkbaar gezond persoon.

Hoe lang het donorhart gezond blijft, hangt ook in grote mate af van de levensstijl van de patiënt. Naast de reguliere nazorg zijn een gezonde leefstijl en voldoende lichaamsbeweging naar eigen vermogen om met stress om te gaan belangrijk. Bovendien moeten mensen die een harttransplantatie hebben ondergaan, consequent medicijnen gebruiken die het eigen afweersysteem van het lichaam gedurende hun hele leven remmen.

Dit gaat afstoting van het donororgaan tegen. Als gevolg hiervan is er echter ook een groter risico op infectie. Patiënten moeten daarom bijzondere aandacht besteden aan hygiëne en moeten bijvoorbeeld blessures vermijden en vaker gebruik maken van beschikbare vaccinaties (bv. Jaarlijkse griep vaccinatie).