Primitieve reflexen: functie, taak en ziekten

Primitief reflexen zijn automatische, fysiologische bewegingsreacties van een baby, die volledig ontwikkeld zijn bij de geboorte en doorgaan tot het voltooide eerste levensjaar. Vanuit ontwikkelingsoogpunt zijn ze van groot belang voor het voortbestaan ​​van het kind. Afwezigheid of persistentie van individu reflexen wordt als pathologisch beschouwd en heeft meestal negatieve effecten op de ontwikkeling van het kind.

Wat is een primitieve reflex?

Primitief reflexen zijn fysiologisch tijdens de eerste paar weken van het leven en gaan achteruit als hersenen ontwikkeling vordert binnen het eerste levensjaar. Primitieve reflexen worden ook wel vroege zuigelingen- of neonatale reflexen genoemd. Ze beschrijven een reproduceerbaar reactiepatroon van het kind op externe prikkels. Er wordt onderscheid gemaakt tussen voedingsreflexen en houd-, positie- en bewegingsreflexen. De volgorde van de reacties is slechts minimaal variabel en kan niet willekeurig door het kind worden beïnvloed. De primitieve reflexen zijn fysiologisch tijdens de eerste levensweken en nemen af ​​als hersenen ontwikkeling vordert binnen het eerste levensjaar. Elke individuele reflex is toegewezen aan een specifiek gebied van de centrale zenuwstelsel en wordt bemiddeld door het diencephalon. Naarmate de ontwikkeling vordert en de neurale paden van hoger hersenen centra worden gemyeliniseerd, deze primitieve reacties worden onderdrukt. Een voorwaarde hiervoor is het vermogen van het kind om vrij te bewegen en controle te krijgen over zijn eigen lichaam door aanvankelijk willekeurige motorische processen.

Functie en taak

Evolutionair gezien, vroeg jeugd reflexen hebben een belangrijke functie bij de overleving van een kind. Tegenwoordig hebben ze, als gevolg van de beschermde omgeving waarin het eerste levensjaar doorbrengt, veel van hun vitale functies verloren, maar ze blijven een vast onderdeel van de pediatrische screening. Hier kunnen verschillende tests worden gebruikt om onder meer conclusies te trekken over de fysiologische ontwikkeling. Ontbrekende of asymmetrische reflexen en hun persistentie gedurende een bepaalde periode duiden op neurologische aandoeningen. De reflexen van voedselopname bestaan ​​uit de zoekreflex, de zuigreflex en de slikreflex. Door hen draait het kind zich actief naar de moederborst, opent het mond, en begint te zuigen. Tot de derde of vierde levensmaand is de inname van voedsel door de zuigeling dus uitsluitend reflexief. Ook de vasthoud-, positie- en bewegingsreflexen zijn vanaf de geboorte grotendeels aanwezig. De Galant-reflex wordt geactiveerd door langs de wervelkolom te strijken en zorgt ervoor dat de romp naar de gestimuleerde zijde buigt. Deze reflex kan zijn oorsprong vinden in het geboorteproces door het kind in het geboortekanaal te laten bewegen. Ook betrokken bij de geboorte is het asymmetrische tonic nek reflex, die de extensie van de extremiteiten aan dezelfde kant en flexie van de extremiteiten aan de andere kant triggert wanneer de hoofd is gedraaid. Bovendien zorgt deze reflex ervoor dat het kind vrij kan ademen in buikligging. Dit in tegenstelling tot de tonic labyrintreflex, wat resulteert in flexie of extensie van het hele lichaam wanneer de hoofd is verplaatst. Het effect wordt later opgeheven door het symmetrische tonic nek reflex. Direct na de geboorte heeft het kind verschillende reflexen met een evolutionaire achtergrond. Het kind kan zijn positie vasthouden door zowel de grijpreflex als de Moro-reflex. In de grijpreflex sluit het kind automatisch de hand tot een vuist bij het aanraken van de handpalm. Hetzelfde werkt met de voetzool, wat duidt op een verbinding met de dierenwereld. Door de reflex kunnen pasgeboren apen zich bijvoorbeeld vasthouden aan de vacht van het moederdier. De Moro-reflex werkt op een vergelijkbare manier en veroorzaakt een schrikreactie bij het kind zodra het schokkerig naar achteren wordt geplaatst. Als gevolg hiervan trekt hij zijn armen naar zich toe borst en neemt een vastklampende houding aan die is ontworpen om te voorkomen dat hij achterover valt.

Ziekten en kwalen

De reflexen van de vroege zuigelingen zijn belangrijk voor de pasgeborene en zijn fysiologisch tot een bepaalde levensmaand. Verzwakte, afwezige of aanhoudende reflexen duiden op een neurologische aandoening en kunnen de ontwikkeling van het kind nadelig beïnvloeden. Als de zoek-, zuig- en slikreflexen afwezig zijn, neemt het kind niet genoeg voedsel op. Als de reflexen daarentegen te uitgesproken zijn of niet vanzelf achteruitgaan, zijn de kinderen later overgevoelig in de mond gebied en hebben een sterke speekselvloed, wat de ontwikkeling van spraak belemmert. Afwijzing van vast voedsel heeft een negatieve invloed op de ontwikkeling van de mond spieren, slikken, kauwen en speeksel controle moeilijk. Als de motor van het kind leren onvoldoende is, worden de hogere zenuwbanen minder gemyeliniseerd en worden de primitieve reflexen dus niet onderdrukt. Sommige reflexen hebben, wanneer ze pathologisch worden gemaakt, een negatief effect op de motorische ontwikkeling. De asymmetrische tonic nek reflex geeft de baby een eerste training in oog-hand coördinatie maar, indien aanhoudend, kan leiden tot evenwicht verstoringen en onvoldoende toniciteit wanneer de hoofd is gedraaid. De tonische labyrintreflex heeft vergelijkbare effecten op evenwicht​ Een slechte ruimtelijke waarneming en dus een onvoldoende oriëntatievermogen kan het gevolg zijn. Als de symmetrische tonische nekreflex aanhoudt, kan het kind niet kruipen of rechtop zitten. Sommige reflexen, zoals de handpalmreflex, kunnen op volwassen leeftijd opnieuw verschijnen in de loop van een neurologische aandoening. Deze reflexen zijn dan niet langer fysiologisch, maar worden door ziekte aan pathologie toegewezen. De Babinski-reflex, die leidt tot een extensie van de grote teen met gelijktijdige buiging van de andere tenen bij het strelen van de voetzool, kan normaal gesproken niet meer worden geactiveerd na de 12e levensmaand. Na enorme hersenschade, zoals van a beroerte, of na een traumatische impact op de hersenen, kan de reflex weer verschijnen.