Pijn na de operatie

Introductie

Elke chirurgische ingreep kan vervolgens worden begeleid door pijn, de zogenaamde "postoperatieve pijn". Normaal gesproken, pijn is een waarschuwingsfunctie van het lichaam om zichzelf tegen schade te beschermen. Sinds pijn wordt kunstmatig gegenereerd tijdens een operatie, het heeft in dit geval geen waarschuwingsfunctie.

Postoperatieve pijn is erg onaangenaam voor de patiënt. Daarnaast is inmiddels bekend dat ze een ongunstige invloed hebben op het genezingsproces. Om deze redenen streeft de moderne geneeskunde ernaar postoperatieve pijn zoveel mogelijk te elimineren.

Doelstellingen van de postoperatieve pijntherapie: Door de grootst mogelijke pijnvrijheid krijgt de geopereerde patiënt de mogelijkheid om fysiotherapeutische en ademhalingsoefeningen veel effectiever uit te voeren dan bij pijn. Dit draagt ​​ertoe bij dat de patiënt eerder kan gaan zitten, opstaan ​​en lopen. Postoperatief pijntherapie is ook bedoeld om een ​​verzwakking van de immuunsysteem door pijn en zo de afweer van het immuunsysteem tegen infecties versterken. De cardiovasculair systeem en het maagdarmkanaal worden ook negatief beïnvloed door pijn, zodat een succesvolle postoperatieve pijntherapie kan hier ook positieve effecten hebben.

Voor de operatie

De basis voor een succesvol postoperatieve pijntherapie wordt al voor de operatie gelegd, tijdens het informatieve gesprek met de anesthesioloog. De arts legt uit in hoeverre pijn te verwachten is na de betreffende operatie en hoe deze meestal wordt behandeld. Hierdoor kan de patiënt zich dienovereenkomstig aanpassen en zo de angst verminderen.

Met betrekking tot pijntherapie tijdens en na de operatie moeten artsen weten of de patiënt regelmatig neemt pijnstillers of alcohol of andere drugs gebruikt. Dit kan het gebruik van andere medicijnen en / of doseringen vereisen. Als er ernstige pijn wordt verwacht tijdens de operatie, kan het nuttig zijn om regionale paden te blokkeren naast de specifieke anesthesiemethode.

Oorzaken van pijn

In de meeste gevallen hangt de ontwikkeling van postoperatieve pijn nauw samen met het uitvoeren van huidincisies en het verplaatsen van weefseldelen. Tijdens een chirurgische ingreep kunnen sterke krachten op de plaats van operatie inwerken en het weefsel traumatiseren. Bovendien wordt postoperatieve pijn vaak veroorzaakt door reductiemanoeuvres tijdens de procedure.

Met name de verplaatsing van bot en botfragmenten kan het omringende weefsel ernstig aantasten en zo tot postoperatieve pijn leiden. Bij sommige chirurgische ingrepen is het ook nodig om eventueel via drainage gevormd wondafscheidingsmiddel af te voeren. Dit is een dunne buis met aan het uiteinde een bakje.

De drainage wordt tijdens de operatie ingebracht en moet in de operatieruimte blijven totdat er nauwelijks secretie wordt afgevoerd. Veel patiënten met postoperatieve pijn melden een significante verlichting van de symptomen na verwijdering van de drainage. Postoperatieve pijn kan echter ook buiten het eigenlijke operatiegebied optreden.

De reden hiervoor kan een onjuiste of eenvoudigweg ongemakkelijke plaatsing tijdens de operatie zijn. Daarnaast kan postoperatieve pijn optreden in het gebied van de verblijfscanules (PVC) waardoor de patiënt wordt voorzien van vocht en / of medicatie. Kunstmatige beademing tijdens de operatie, of liever het inbrengen van de ventilatie buis (buis), kan ook leiden tot postoperatieve pijn.

De getroffen patiënten hebben vaak last van keelpijn, slikproblemen en heesheid​ In de dagelijkse klinische praktijk zijn verschillende systemen beschikbaar om postoperatieve pijn vast te stellen. Een van de bekendste schalen die worden gebruikt om postoperatieve pijn te meten, zijn de Visual Analog Scale (VAS), de Verbal Rating Scale (VRS) en de Face Rating Scale.

Met behulp van de Visual Analogue Scale kan postoperatieve pijn eenvoudig en snel worden geregistreerd. De aanwezigheid van een arts is niet nodig om de patiëntspecifieke pijnintensiteit te bepalen. Bij dit systeem wordt een ongeveer 10 cm lange lijn, verdeeld in stappen van 1 cm, gebruikt om pijn op te nemen.

De eindpunten van de lijn staan ​​voor "geen postoperatieve pijn" tot "de sterkst denkbare pijn". Patiënten wordt meestal gevraagd om hun pijnperceptie elke dag na de operatie te definiëren met behulp van deze schaal. Met dit systeem kan postoperatieve pijn worden beoordeeld aan de hand van cijfers. De patiënt wordt gevraagd een cijfer tussen de 1 en 10 toe te kennen aan de klachten die hij / zij voelt.

Het cijfer 1 staat voor "geen pijn" en het cijfer 10 symboliseert de "ergste pijn die je je kunt voorstellen". Een variatie op de numerieke beoordelingsschaal is de zogenaamde "verbale beoordelingsschaal", waarbij de patiënt wordt gevraagd zijn individuele postoperatieve pijn toe te kennen aan de niveaus: geen pijn, milde pijn, matige pijn, hevige pijn of maximaal denkbare pijn. De zogenaamde "Face Rating Scale" wordt voornamelijk gebruikt in de kindergeneeskunde.

Het is een eenvoudig op symbolen gebaseerd hulpmiddel voor het beoordelen van postoperatieve pijn. De werkelijke schaal heeft een lachend, pijnvrij gezicht aan de linkerkant. De rechterkant daarentegen toont een huilend, pijnlijk gezicht.

De beoordeling van postoperatieve pijn kan door de patiënt zelf worden gemaakt of door de gezichtsuitdrukkingen van de patiënt te observeren. Pijnschalen worden nog steeds beschouwd als de ideale methode om postoperatieve pijn in het bijzonder en pijn in het algemeen in te schatten. Zeker met betrekking tot de behandeling van pijnverschijnselen en de patiëntspecifieke dosering van pijnmedicatie lijkt de regelmatige uitvoering ervan onmisbaar.