Patellaire luxatie

Synoniemen

Patella luxatie, patella dislocatie, dislocatie van de patella, patella dysplasie, kraakbeenschade achter de patella, kraakbeenschilfers, articulaire muis, ruptuur mediaal retinaculum

Definitie

Bij de typische patella-dislocatie springt de patella uit de beoogde glijbaan. Dit leidt te vaak tot verwondingen aan ligamenten, kraakbeen en bot.

Epidemiologie

Vrouwen worden vaker getroffen door patella luxatie dan mannen De eerste luxatie treedt meestal op vóór de leeftijd van 20 jaar.

Oorzaken van dislocatie van de patella

In de meeste gevallen is dit een ongunstige combinatie van luxatiebevorderende componenten. Anatomisch gezien zijn een klop-knieën, een verkeerd geplaatste patella (patella dysplasie, zogenaamde jagershoed patella) en een te ver naar buiten gepositioneerde aanhechting van de patellapees (patellapees) risicofactoren. Van de kant van het ligamenteuze apparaat worden een los ligamentisch apparaat (ligamentlaxiteit = hypermobiliteit van de patella) en een uitstekende patella (patella alta) als ongunstig beschouwd. Vanuit een gespierd oogpunt een onbalans van het buiten- en binnenfront dij spieren bevordert luxatie. Hoe meer risicofracturen samenkomen, hoe groter de kans op patellaire dislocatie.

Classificatie van de patella luxatie

Patellaire stabiliteit is onderverdeeld in drie graden van patella-instabiliteit: 1. patella-lateralisatie (waarbij de patella te ver naar buiten schuift (lateraal) in het patellaire glijlager 2. Subluxatie van de patella (in dit geval de patella bijna ontwricht) 3. Luxatie van de patella patella (volledige dislocatie van de patella) De eerste patella luxatie met een ongeval wordt medisch traumatische patella luxatie genoemd.

Hernieuwde dislocatiegebeurtenissen worden chronische recidiverende (posttraumatische) patella-dislocatie genoemd. Een patellaire dislocatie die optreedt zonder een echt ongeval, wordt een gewone patella luxatie genoemd. In dit geval springt de patella naar buiten en weer naar binnen zonder groot ongemak.

Deze instabiliteit is vooral duidelijk bij de eerste 45 ° buiging.

  • Patella met lateralisatie
  • Kniekap glijlager (femoro-patellagewricht)
  • Dij (femurcondyl)

Een patella luxatie kan alleen door observatie worden vastgesteld. In bijna alle gevallen springt de patella buiten het beoogde glijpad naar buiten.

Daar is het zichtbaar, het patella-glijlager is leeg. In de meeste gevallen treedt een zogenaamde zelfherpositionering op. Dit betekent dat de knieschijf springt met lichte bewegingen terug in zijn glijbaan.

In deze gevallen wordt een gedetailleerd medische geschiedenis is noodzakelijk. Als het knieschijf luxates, het binnenste ligamenteuze en vasthoudapparaat van de knieschijf (mediaal retinaculum) scheurt. Als de patella uit het glijpad beweegt, treedt vaak verdere schade aan de patella en het femur op. De traumatische ontwrichting van de patella resulteert in een kniegewricht uitstroming (articulaire effusie) en duidelijke druk pijn onder het binnenste patella-facet (scheuren (scheuren) van het mediale retinaculum). Traumatische patella-dislocatie wordt aangegeven door de plotselinge verzakking van de kniegewricht tijdens het ontwrichtingsproces (wijken).